Een APK voor de brandveiligheid van gebouwen, zo is het BGB-keurmerk (Brandveilig Gebruik Bouwwerken) het beste te omschrijven. Sinds de invoering ervan zijn er steeds meer eigenaren die met het keurmerk willen laten zien dat hun gebouw voldoet aan de wet- en regelgeving voor brandveiligheid.
“De toegevoegde waarde van het BGB-keurmerk is dat je een duidelijk instrument in handen hebt om te meten hoe brandveilig je gebouw eigenlijk is”, zegt Ton van der Horst manager Bouw & Beheer van de Zonnehuisgroep Amstelland uit Amstelveen. Een eigenaar is zelf verantwoordelijk voor de brandveiligheid. Het is lange tijd zo geweest dat de lokale overheden op de veiligheid toezagen. Ze gaven een vergunning af en daarmee leek de kous af. Langzaam maar zeker is men er van bewust geworden dat de verantwoordelijkheid meer en meer bij de organisaties zelf ligt. De overheid zorgt slechts voor regelgeving en handhaving ervan. Dat vraagt volgens Van der Horst om een cultuurverandering. “Als eigenaar moet je de verantwoordelijkheid hebben om te zorgen voor de veiligheid van je eigen gebouw(en). Ten aanzien van brandveiligheid is het BGB-keurmerk een sterk hulpmiddel om dat te bewerkstelligen. Het wordt afgegeven door mensen die gepokt en gemazeld zijn ten aanzien van brandveiligheid, je kunt dus niets over het hoofd zien.”
BGB-keurmerk
Een BGB-keurmerk kan de eigenaar van een gebouw meerdere voordelen opleveren. Zo kunnen ze zich door het keurmerk in de markt onderscheiden doordat ze aantoonbaar voldoen aan de wet- en regelgeving. Bovendien laten ze zien dat ze als eigenaar daar zelf verantwoordelijkheid in nemen. Bij brand dekt het keurmerk de gebruiker en er kan bij verzekeraars een premiereductie bedongen worden.
Zorginstellingen
De Zonnehuisgroep Amstelland was in 2010 de eerste zorginstelling die het BGB-keurmerk voor een nieuwbouwproject kreeg toegekend. Dat was eigenlijk toevallig, legt Van der Horst uit. “Eén van onze medewerkers kwam op een beurs in aanraking met Ascom, één van de certificaathouders die voor Kiwa de BGB-keuringen mag uitvoeren. Wij waren druk met de nieuwbouw van onze locatie Zonnehof in Bovenkerk, een wooncomplex voor ouderen met dementie, en vonden het belangrijk om ons nieuwbouwproject in wording te laten scannen door een expert. Het werd me snel duidelijk dat het keurmerk meer was dan slechts een bordje naast de voordeur. Het is een bewijs dat je zaken op het vlak van brandveiligheid goed op orde hebt. Je bewaakt de brandveiligheid constant tijdens het gehele bouwtraject en kunt direct de juiste aanpassingen doen.”
Nieuwbouw
“Bij nieuwbouw is het vanzelfsprekend dat je extra aandacht hebt voor de brandveiligheid van een gebouw. Er zijn tal van regels en voorschriften waar je aan moet voldoen. Maar je werkt met te veel partijen om dat overzicht goed te bewaken, terwijl je wel zelf de verantwoordelijkheid draagt. Je mag er op rekenen dat een aannemer zijn werk goed doet, maar je hebt vaak met veel verschillende partijen te maken. Brandveiligheid is lastige materie die op tal van punten aandacht vraagt. Als beheerder is het onmogelijk om overal op toe te zien. Met deze certificering heb je de opmerkzaamheid zelf in de hand.”
Bestaande gebouwen
Anders is dat bij bestaande gebouwen. Gebouweigenaren denken dat wanneer ze ooit een vergunning hebben gekregen, het gebouw tot in lengte van dagen brandveilig is. Maar niets is minder waar, legt Van der Horst uit. “In de loop der jaren verandert de functionaliteit van een gebouw, wordt er wat verplaatst of wordt er een wandje doorgebroken. Daarmee schend je de oorspronkelijke veilige kaders van een gebouw.” Soms lijken dat maar hele kleine dingen, maar die kunnen cruciaal zijn voor de brandveiligheid.
Compartimenteren
Vooral op het vlak van compartimenteren laat de veiligheid in veel bestaande gebouwen te wensen over, dat houdt in dat brandscheidingen vaak niet op orde zijn. Zo kan een doorgetrokken luchtkanaal of een gat in een muur van grote invloed zijn op de brandveiligheid van een gebouw. Om van systeemplafonds nog maar te zwijgen. In geval van brand kan het vuur in dergelijke gevallen moeiteloos overslaan naar andere ruimtes. “Het zijn vaak de niet-zichtbare plekken die gevaar op kunnen leveren. Met de jaarlijkse inspectie voor het BGB-keurmerk houd je vinger aan de pols.”
Laag in de organisatie
Voor zorginstellingen is het van groot belang dat ze de verantwoordelijkheid voor brandveiligheid zo laag mogelijk in de organisatie neerleggen, vindt Van der Horst. “Lange tijd werd gedacht dat wanneer je je Bedrijfshulpverlening op orde had, de veiligheid ook gegarandeerd was. Maar het is veel belangrijker dat je gebouw brandveilig is en dat iedereen in de organisatie iets begrijpt van brandveiligheid. In de ouderenzorg werken we met een kwetsbare groep mensen. En als er een alarm afgaat, is het toch zaak dat je zo snel mogelijk kunt vluchten, samen met de patiënten. Je moet er op toezien dat je gebouw in orde is, zodat je ook inderdaad kunt vluchten naar het volgende brandveilige compartiment.”
Alert
Het mooie van het BGB-keurmerk is dat het je alert houdt, meent Van der Horst. “Wanneer je eenmaal zo’n certificaat aan je gevel hebt hangen, dan wil je dat natuurlijk niet kwijt. En hoewel het niet wettelijk verplicht is, blijf je wel kritisch op jezelf. Dat houd je scherp.”
Vergunning
Volgens Van der Horst zijn organisaties de afgelopen jaren vooral bezig geweest om te voldoen aan de opgelegde regeltjes en er werd vooral vanuit deze regelgeving gewerkt. Met dat in het achterhoofd zag je dat instellingen, met name in de zorg, er alles aan deden om hun vergunning te behouden. Toch moet het niet zo zijn dat inspectie en behoud van vergunning het doel zijn. Het is belangrijker dat mensen er veel meer van bewust zijn waar het werkelijk om draait.
Dit artikel is gepubliceerd in Brandveilig.com 01/ 2015