Algemene informatie over brandwerende beglazingen

Het bouwbesluit geeft technische voorschriften betreffende:
– Veiligheid
– Gezondheid
– Bruikbaarheid
– Energiezuinigheid

Het bouwbesluit omschrijft tevens de navolgende doelstellingen met betrekking tot de brandveiligheidseisen:
– Het zoveel mogelijk voorkomen van brandgevaarlijke situaties.
– Het beperken van de uitbreiding van de brand.
– De belendingen mogen géén schade oplopen.
– Het beperken van het ontstaan van rook.
– Het beperken van de verspreiding van rook.
– Het uit een gebouw veilig kunnen vluchten c.q. het door de brandweer veilig kunnen worden gered bij een brand.

– De mensen in een gebouw moeten zichzelf gedurende een bepaalde tijd in veiligheid kunnen stellen.
– De brandweer moet in staat zijn gedurende een bepaalde tijd het brandende pand te betreden om mens en dier te redden en om de brand te bestrijden.

– Het zoveel mogelijk voorkomen en beperken van ongevallen bij een brand.

Hieruit voortvloeiend wordt de term WBDBO gebruikt.

WBDBO betekend: "Weerstand tegen BrandDoorslag en BrandOverslag".

– Branddoorslag is de branduitbreiding naar een andere ruimte binnen het gebouw, niet via de buitenlucht.
– Brandoverslag is de branduitbreiding naar een andere ruimte, wel via de buitenlucht.
– De weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) tussen twee ruimten is de kortste tijd die een brand nodig heeft voor uitbreiding van de ene naar de andere ruimte of andersom.
– Door de "sommatiemethode" zijn kleine brandwerendheden, kleiner of gelijk aan 20 minuten, nu ook belangrijk geworden.
– De WBDBO geldt voor de brandwerendheid van de gehele constructie.

In de de NEN 6069 vindt men de 2 eisen waaraan de deur-, luik-, en raamconstructies moeten voldoen.
– Vlamdichtheid betrokken op de afdichting.
– Thermische isolatie betrokken op de warmtestraling maximaal 15 KW/m2.

In Nederland zijn hier verder uitvoortvloeiend 3 categorieën waarin we de beglazingen kunnen verdelen, en wel:
– 20 minuten WBDBO

Inwendige scheidingsconstructie tussen 2 verblijfsruimten, niet op dezelfde woonlaag gelegen.

30 minuten WBDBO

– Brandcompartimenten en vluchtwegen in gebouwen niet hoger dan 5 meter.

60 minuten WBDBO

– Brandcompartimenten en vluchtwegen in gebouwen hoger dan 5 meter maar niet hoger dan 70 meter.

De Glassoorten

De glassoorten zijn allen getest in een wandsegment van ca. 2,5 x 2,5 meter.
Hieruit volgt de toepasbaarheid van de navolgende soorten.

Draad- en Spiegeldraadglas

WBDBO 20 minuten
Per wandsegment van 2,5 x 2,5 meter mag "maximaal 3,0 m2" draad- en/of spiegeldraadglas* worden toegepast.

WBDBO 30 minuten
Per wandsegment van 2,5 x 2,5 meter mag "maximaal 1,7 m2" draad- en/of spiegeldraadglas* worden toegepast.

WBDBO 60 minuten
Per wandsegment van 2,5 x 2,5 meter mag "maximaal 0,9 m2" draad- en/of spiegeldraadglas worden toegepast.

* Afmeting draad-, spiegeldraadglas volgens TNO rapport 93-CVB-12 1064 (het betreft hier de breedte : hoogte verhouding).

Monoliet, niet zijnde draad- en spiegeldraadglas

We maken hier onderscheidt in de soorten gehard ongecoat**, gehard gecoat*** en borosilicaat****.

Bijvoorbeeld Pyroswiss**, Vetroflam*** en Pyran****.

Voor de WBDBO hoogte, de maximale afmetingen en de toepasbaarheid van grote hoeveelheden in volledige wanden verwijzen wij u naar de betreffende rapporten. Waarbij we met nadruk willen wijzen op de toepasbaarheid van grote hoeveelheden in volledige wanden. Daar hier vaak één afmeting getest is in een wandsegment van 2,5 x 2,5 meter. De bijbehorende warmtestraling zit vaak al aan de grenswaarde. Grote hoeveelheden in zo’n wandsegment is dan ook vaak niet toelaatbaar. Grote hoeveelheden in wanden bestaande uit meerdere wandsegmenten is dan helmaal niet toegestaan.

Gelaagde, niet opschuimende brandwerende beglazingen

Bijvoorbeeld Pyroguard (met of zonder draadinleg).

Ook hier geldt de verwijzing naar de betreffende rapporten voor de WBDBO hoogte, de maximale afmetingen en de toepasbaarheid van grote hoeveelheden in volledige wanden. Bijkomend gegeven tijdens een brandsituatie is, het vrijkomen van giftige gassen en het ontstaan van zware rookontwikkeling (ca. 25 maal de rookontwikkeling van de opschuimende brandwerende beglazingen). Gevolg hiervan is bijvoorbeeld desoriëntatie tijdens een vluchtpoging.

Gelaagde, wel opschuimende brandwerende beglazingen

Glassoorten opgebouwd uit meerdere lagen en voorzien van een opschuimende gel (tijdens brandsituatie). Afhankelijk van de toepassing worden de soorten opgebouwd uit een groter aantal c.q. een lager aantal lagen. Ook hier geldt een maximaal geteste afmeting. Echter daar de testen van deze glassoorten zijn uitgevoerd in puiconstructies volledig voorzien van beglazing en de bijbehorende warmtestraling toch laag blijft, is het met deze glassoorten meestal wel mogelijk de wanden volledig te beglazen. Uiteraard verwijzen wij u hier eveneens voor gedetailleerde informatie naar de bijbehorende testrapporten.

Voorbeelden zijn o.a het Pyrobelite en het Pyrodur.

Hoe te plaatsen?

Algemeen geldt dat de beglazingen dienen te worden ondersteund door blokjes van onbrandbaar materiaal. De sponningen en glaslatten dienen gedimensioneerd te zijn, geschikt voor de betreffende brandwerendheid. Tevens dienen de glaslatten en glaslijsten ten allen tijde geschroefd bevestigd te zijn.

– Draad- en Spiegeldraadglas
Voor de beglazingswijze verwijzen wij u naar de praktijkrichtlijn rook- en brandscheidingen van de Nederlandse Brandweer Federatie en naar het onderzoek door het Centrum voor Brandveiligheid van TNO-Bouw (zie Glas in Beeld uitgave maart 1994)

– De resterende beglazingen
Voor de resterende beglazingen verwijzen wij u naar de desbetreffende TNO-rapporten

Tot slot.

Niet alleen de beglazing zorgt voor de benodigde brandwerendheid. De gehele constructie dient te zorgen voor deze brandwerendheid. Dit geldt zeker bij het geschikt maken van reeds bestaande stalen – en houten kozijnen, maar uiteraard ook bij de nieuwe kozijnen.

Bron: Trichtglas B.V.