Ik weet niet hoe het met jullie is, maar bij het ingaan van het nieuwe jaar schoot mijn gemoed vol. Afscheid moeten nemen van het Bouwbesluit. Mooie herinneringen schoten me te binnen. Het eerste Bouwbesluit, 1992, was er al voordat ik in onze mooie wereld van brandveiligheid mijn eerste stappen had gezet. In al die jaren, maar zeker toen ik mijn BPD-1 haalde, ben ik er vertrouwd mee geraakt. Via wat gremia zoals BBN heb ik in de keuken kunnen kijken waar het Bouwbesluit ‘gemaakt werd’. Gelachen over woordspelletjes als de overgang van rookcompartiment naar subbrandcompartiment. Mijn schouders opgehaald over de truc van juristen om de regeldruk te verlagen door de woordjes ‘en’ of ‘of’ alleen na het een na laatste regeltje te plaatsen. Op die manier werd duidelijk dat voor het hele artikel ‘of’ bedoeld werd of ‘en’ en bespaarden we alles bij elkaar toch weer woorden, zodat daarmee de regeldruk kwantitatief afnam.
Ja, het waren mooie tijden. Van het een kwam het ander en via het Bouwbesluit werd mij duidelijk dat dit geen wet was maar een Algemene Maatregel van Bestuur. Paniek sloeg om mij heen! Ik werd al snel gerustgesteld door een voor mij onvergetelijke presentatie van Nico Scholten. Het Bouwbesluit viel onder de Woningwet. Kijk, daar kan ik wat mee. Jammer dat Nico mij en de rest van de zaal erop wees dat wij de wet zouden moeten kennen en ik al snel in de gaten had dat ik nog wat huiswerk te doen had. Met het schaamrood op mijn wangen dook ik wat verder weg in mijn stoel.
Thuis aangekomen sprintte ik uitgedaagd door Nico naar mijn computer en verdiepte me in de Woningwet. Ik bleek vooral erg onder de indruk van artikel 1a lid 1: “De eigenaar van een bouwwerk, open erf of terrein of degene die uit anderen hoofde bevoegd is tot het daaraan treffen van voorzieningen draagt er zorg voor dat als gevolg van de staat van dat bouwwerk, open erf of terrein geen gevaar voor de gezondheid of veiligheid ontstaat dan wel voortduurt”. Kijk, daar heb je wat aan. In combinatie met artikel 1.16 van het Bouwbesluit (Zorgplicht) kon ik nu ondeugende gebouweigenaren en huurders om de oren slaan. Ik heb Nico nog vaak geciteerd: “U moet de wet kennen!”
Maar ja, Bbl… Alleen de naam al. Vroeger, dus enkele maanden geleden toen alles nog mooier was, hadden we met Bouwbesluit een échte naam. Een begrip. Ook niet brandveiligheidsdeskundigen begrepen dan waar we het over hadden. Nu moeten we de afkorting uitleggen. Dat went allemaal wel en we hebben ook veel tijd gehad ons erop voor te bereiden, maar toch schrok ik van het besef dat ‘mijn’ artikel 1a lid 1 van de Woningwet ook slachtoffer is geworden van de thans geldende Omgevingswet.
In de nieuwe uitgave van ECB die BBN november vorig jaar presenteerde, hebben we per begin dit jaar weer meteen wijzigingen doorgevoerd. Ik verwijs je naar pagina 14 van de uitgave 2024; Aansprakelijkheid voor schade in het publiekrecht. Daarin zie je dat we ons nu moeten richten op de artikelen 3.5 en 7.4 van het Bbl. Persoonlijk vind ik ze wat onduidelijker dan wat ik gewend was, maar oké. Het staat er in ieder geval: Als je weet of het vermoeden hebt dat een bouwwerk gevaar kan opleveren voor de veiligheid ben je verplicht alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs kunnen worden gevraagd om dat gevaar te voorkomen. Onthoud dat.
Toch ben ik altijd nog onzeker als het gaat om het kennen van de wet. Ik heb daarom nog eens aan Nico gevraagd, de man die met twee anderen aan de wieg stond van het Bouwbesluit, of ik het goed had begrepen. Je kunt het wel raden… Ik zat in de buurt, maar er is meer. Kijk ook naar Omgevingswet artikelen 1.6 en 1.7, zoals ook naar Bbl naast de eerdergenoemde artikelen 3.5, respectievelijk 7.4 en 6.4. Ik laat het jullie zelf uitzoeken. Doe er je voordeel mee. En oh ja, dank je wel Nico.
Joric Witlox is voorzitter van vereniging Brandveilig Bouwen Nederland (BBN)
Volg Brandveilig op LinkedIn
Ontvang het laatste nieuws omtrent brandveiligheid!
Mis niets. Meld je aan en ontvang wekelijks onze nieuwsbrief. Ruim 7.500 vakgenoten gingen je al voor.