Brandveiligheid vormt een van de belangrijkste uitgangspunten voor een veilige (opvang)locatie. De grote toestroom van vluchtelingen uit bijvoorbeeld Oekraïne leidt tot uitdagingen voor onder andere gemeenten en het COA. Hoe waarborg je goede brandbeveiliging, als aan zoveel mogelijk mensen snel onderdak geboden dient te worden?
De permanente systemen voor brandpreventie zijn op tijdelijke opvangvoorzieningen vaak niet aanwezig of niet in orde en deze opvanglocaties hebben doorgaans geen structureel karakter. Het zijn bijvoorbeeld leegstaande (kantoor-)panden die als noodopvangvoorziening ingezet worden. Tegelijkertijd moet de brandbeveiliging wel aan de NEN-normen voldoen. Een drama zoals de Schipholbrand in 2005 waarbij elf mensen omkwamen, kan met het nemen van de juiste brandveiligheidsmaatregelen voorkomen worden.
Grote toestroom van vluchtelingen
Door oorlogen of politieke instabiliteit ontvluchten veel mensen noodgedwongen hun land en een deel van hen komt in Nederland terecht. Dat geldt voor inwoners van Oekraïne sinds Rusland daar de oorlog begon, net als voor mensen uit bijvoorbeeld Syrië, Eritrea en Somalië. Gemeenten, het COA en andere opvanginstellingen proberen in een zo kort mogelijke tijd zoveel mogelijk vluchtelingen op te vangen. Tegelijkertijd moet de brandbeveiliging aan de geldende normen voldoen om voor iedereen de (brand)veiligheid te kunnen garanderen.
Uitdagingen
Twee belangrijke uitdagingen bij het in orde maken van de brandveiligheid van tijdelijke opvangvoorzieningen:
Aanpassen gebruiksfunctie
Om te kunnen dienen als opvangvoorziening moet de gebruiksfunctie van een kantoorgebouw worden aangepast van kantoor- naar logiesfunctie en dit betekent in veel gevallen dat er wijzigingen in de brandbeveiligingsvoorzieningen aangebracht dienen te worden.
Snelheid
Leegstaande (kantoor-)gebouwen worden in recordtijd omgebouwd tot tijdelijke opvanglocaties, waarbij ook de brandbeveiliging in rap tempo in orde gemaakt dient te worden.
Tijdelijke brandbeveiliging: van kantoor- naar logiesfunctie
Een opvanglocatie moet leefbaar en veilig zijn. Dat geldt voor de bewoners, maar ook voor medewerkers, bezoekers en vrijwilligers. De brandveiligheid vraagt om twee expliciete doelen:
- Beperken van slachtoffers door brand in het gebouw.
- Beperken van schade aan derden (buurpercelen).
Voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen wordt momenteel veel gebruikgemaakt van leegstaande (kantoor-)panden. Vaak past de opvang van vluchtelingen niet in de ter plaatse geldende bestemmingsplannen en binnen de vereisten voor brandveilig gebruik van de locatie. De brandveiligheid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de eigenaar en de huurder.
De gemeente – het bevoegd gezag – heeft de taak erop toe te zien dat de brandveiligheid van hun gebouw voldoet aan de eisen die hier door wet- en regelgeving aan gesteld zijn. De wettelijke bepalingen bieden echter mogelijkheden om mensen op te vangen in een crisissituatie. En aangezien er rekening gehouden moet worden met een verblijf van ten minste 6 maanden, heeft dit verblijf een ‘semipermanent’ karakter. Dit betekent in de praktijk dat leegstaande gebouwen met bijvoorbeeld een kantoorfunctie worden ingezet. Door de wijziging in gebruik dient het brandveiligheidsniveau bij ingebruikname geüpgraded te worden naar een logiesfunctie met volledige detectie.
Bij aanwezigheid van een bestaande brandmeldcentrale is met het plaatsen van draadloze, EN54-gecertificeerde en aan de bestaande brandmeldcentrale gekoppelde optische rookmelders, het gewenste brandveiligheidsniveau binnen enkele dagen te realiseren.
Bij een gebouw waar geen brandmeldcentrale aanwezig is, kan een draadloze EN54-gecertificeerde autonome brandmeld- en ontruimingsinstallatie uitkomst bieden. Hierbij worden draadloze optische rookmelders, handbrandmelders met ‘slow whoop’ en flitslicht geplaatst. Indien noodzakelijk kan een draadloze interface-unit sturingen naar brandwerende deuren verzorgen.
Als onderdeel van het brandveiligheidsplan is het daarnaast van belang dat de vluchtroutes goed aangeduid worden met vluchtroutesignalering die ook zichtbaar is in het geval van stroomuitval. Tevens moet er worden gedacht aan noodverlichting en de aanwezigheid van brandblusmiddelen, uiteraard in overeenstemming met de geldende NEN-normen zoals beschreven in het Bouwbesluit.
Geslaagde brandbeveiliging
Hoewel het uitdagend is om tijdelijke opvanglocaties snel en op bouwkundig (brandscheidingen en deurconstructies), installatietechnisch (vluchtwegsignalering en blusmiddelen) en organisatorisch niveau (vluchtwegen en nooduitgangen) brandveilig te maken, is het al bij verschillende (tijdelijke) opvangvoorzieningen geslaagd. Zoals bij het voormalige VARA-gebouw in Hilversum, Kamp van Zeist in Soesterberg, een noodopvangvoorziening in Kampen, de voormalige koepelgevangenis in Breda, Park Vogelenzang in Bennebroek, het AZC Almere, en schoolgebouw de Kleine Kapitein in Amsterdam.
Eric Verhoeven, VPS Site Security BV
Peter Liebeek zegt
Een kantoor omturnen tot tijdelijke opvang kan beschouwd worden als “andere woonfunctie” in het bijzonder een “woonfunctie voor kamergewijze verhuur”.
Gekoppelde rookmelders conform NEN2555 volstaan dan ruimschoots en een BMI met volledige bewaking (zoals gesteld in het artikel) is dan dus overbodig.
William Finkers zegt
Beste heer Verhoeven, naar mijn beste weten is er geen enkele tijdelijke draadloze Brandmeldinstallatie volledig van de EN54 normering voorzien. Zijn hiervan certificaten van alle onderdelen beschikbaar?