Eind 2022 is de update van NEN 6069 ‘Bepaling en classificatie van de brandwerendheid van bouwdelen en bouwproducten’ gepubliceerd. Gert van den Berg zet in dit artikel de belangrijkste veranderingen op een rij.
In de afgelopen twee jaar is er door een NEN-werkgroep intensief gewerkt aan de update van NEN 6069. Het resultaat hiervan is gepubliceerd als NEN 6069:2022. De opdracht vanuit de NEN-normcommissie 353084 was te komen met een ‘beter leesbare’ versie van NEN 6069, met behoud van de bestaande inhoud. Verder is er gewerkt aan een zo optimaal mogelijke aansluiting vanuit NEN 6068. Tenslotte zijn er ook enkele inhoudelijke aanpassingen gedaan, omdat in de vorige versie van NEN 6069 enkele zaken niet goed stonden of ontbraken. Hierna komen de meest essentiële aanpassingen aan de orde.
Titel normblad gewijzigd
De titel van NEN 6069 is gewijzigd in ‘Bepaling en classificatie van de brandwerendheid van bouwdelen en bouwproducten’ in plaats van ‘Beproeving en klassering van (…)’.
De term ‘bepaling’ is gekozen, omdat in deze editie is meegenomen dat de brandwerendheid kan worden bepaald met ofwel een beproeving of een beoordeling. Er is in NEN 6069:2022 meer uitwerking gegeven over de beoordeling van de brandwerendheid, namelijk:
a) Voor producten en bouwdelen met CE-markering moet de brandwerendheid Europees worden bepaald, dat wil zeggen met Europese testmethoden en/of Extended Applications, samengevat in een Europese classificatie.
b) Voor producten en bouwdelen zonder verplichting tot CE-markering mag de brandwerendheid Europees worden bepaald (zie a), maar mag het ook op de wijze zoals die in Nederland gebruikelijk is, zoals weergegeven in Bijlage A van NEN 6069. Dit laatste geldt voor nieuwbouw, verbouw en bestaande bouw.
De term ‘classificatie’ is opgenomen, omdat dit meer recht doet aan de terminologie zoals die ook in de Europese classificatienormen wordt gehanteerd.
Betere aansturing Extended Applications
De aansturing van de Europese beoordelingsmethodiek via Extended Applications is meegenomen voor producten waarvoor CE-markering verplicht is. In de lijst met normatieve verwijzingen in hoofdstuk 2 zijn de reeksen Extended Applications meegenomen in de series van EN 15254 (non-loadbearing walls) en EN 15269 (deuren, luiken en te openen ramen).
Verbeterde leesbaarheid Tabel 2
Tabel 2, die aangeeft op grond van welke beoordelingscriteria de brandwerendheid van constructie(delen) moeten worden bepaald, is opnieuw geformuleerd. De opzet is nu gedaan vanuit een algemene eis, waarop specifiek is benoemd welke uitzonderingen er zijn en eventueel welke aanvullende eisen er zijn.
Als voorbeeld van deze opzet, het deel in de tabel wat gaat over de brandwerendheid van deurconstructies:
De regels f.1 en f.2 geven de algemene regels weer. Daarna volgt de uitzondering in f.3. De aanvullende eisen komen hierna in f.4 t/m f.6. Let hierbij op dat er nu expliciet is aangeven in de opmerkingen 6 en 7 dat het beoordelingscriterium in de hoogte-richting van de pui niet veranderd. De breedte-richting is bepalend voor het criterium wat geldt over de gehele hoogte van de pui.
Aanpassing brandvrije verkeersroute
Bij de ‘brandvrije verkeersroute’ is de overgangszone van het gedeelte waar de EI-criteria overgaan naar de EW-criteria aangepast van 4 meter naar 1 meter.
Bijlage A verbeterd
In geval er geen CE-markering verplicht is, kan gebruik worden gemaakt van Bijlage A van NEN 6069. De aansturing van Bijlage A en de formulering in Bijlage A zijn verbeterd.
Bijlage A is intact gebleven. Bijlage A is de ‘oude’, Nederlandse bepalingsmethodiek die van toepassing is op bestaande bouw en kan worden gebruikt voor producten waarvoor vanuit Europa geen CE-plicht geldt.
In paragraaf A.7.4 is de formulering verbeterd van de wijze waarop deskundigenbeoordelingen moeten worden gemaakt. Er staat:
“Indien het toegepaste bouwdeel een variant is van de beproefde constructie, dan moet worden onderzocht of de proefresultaten ook gelden voor dit bouwdeel. Dit kan worden gedaan op basis van de ‘direct field of application’-regels in de Europese beproevingsmethoden, op basis van Europese ‘Extended Applications’ volgens normen genoemd in hoofdstuk 2, of voor zover CE-markering niet verplicht is, op basis van een deskundigenbeoordeling.
Een deskundigenbeoordeling is altijd product- en/of project-specifiek en is gebaseerd op het gedrag in de brandtest zoals beschreven in het testrapport. Een deskundigenbeoordeling geeft een beschrijving van de aanpassingen aan de beproefde constructie en de invloed daarvan op de aangetoonde brandwerendheid. Daar waar sprake is van een deskundigenbeoordeling, is instemming van het bevoegd gezag benodigd.
Opmerking: Met de toepassing van een deskundigenbeoordeling wordt gebruik gemaakt van de gelijkwaardigheidsbepaling uit de bouwregelgeving.”
Bijlage B normatief gemaakt
In de 2019-editie stonden de beoordelingscriteria voor brandwerende delen in gevels op diverse plaatsen verspreid. Dit is nu allemaal bij elkaar geordend in Bijlage B.
Bijlage B is erop gebaseerd dat er brandoverslagberekeningen zijn gedaan conform NEN 6068. Uit deze berekeningen blijkt of de gekozen configuratie van ‘open’ en ‘dichte’ delen in de gevel voldoende WBDBO geeft. In diverse tabellen in NEN 6069 is nu aangegeven in welke situatie, welk criterium van toepassing is om het betreffende geveldeel als dicht te beschouwen. Dit kan een brandwerendheid ‘van binnen naar buiten’ (i -> o) zijn, als er maatregelen worden getroffen in de brandruimte. Als voorzieningen worden getroffen om brandoverslag aan de zijde van de bedreigde ruimte te voorkomen, geldt daarvoor het criterium ‘van buiten naar binnen’ (o ‑> i). Bijlage B geeft een keuzemogelijkheid waarbij ook een combinatie van beide maatregelen is toegestaan, dus zowel i -> o alsook o ‑> i.
In Bijlage B is ook het ingrijpen van de brandweer verdisconteerd in de te stellen tijdsduur aan de brandwerendheid van geveldelen die volgens NEN 6068 analyse ‘dicht’ moeten zijn. Dit is gedaan door de WBDBO-eis te vertalen naar een tijdsduur tt, die de duur van de brandwerendheid aangeeft en afhangt van het al dan niet bereikbaar zijn van dit geveldeel met bluswater door de brandweer. De WBDBO-eis varieert van 20, 30 en 60 minuten. De tt-waarde is gelijk aan de WBDBO-eis als deze 20 of 30 minuten is. Bij een WBDBO-eis van 60 minuten is de tt-waarde 30 minuten, behalve als dit geveldeel niet bereikbaar is met bluswater voor nieuwbouw en voor bestaande bouw en verbouw met de laatste aanvraag omgevingsvergunning vanaf 1 juli 2019. In de laatst genoemde gevallen is de tt gelijk aan 60 minuten.
In de tabel voor verticale brandoverslag is hierbij de mogelijkheid gegeven om een keuze te maken door het aspect van verticale brandoverslag in de WBDBO te realiseren in de gevel van de brandruimte, of in de gevel van de bedreigde ruimte.
Er is ook een mogelijkheid om de maatregelen te verdelen over de beide gevelgedeelten (zie figuur 2).
Voor horizontale brandoverslag zijn vergelijkbare tabellen opgenomen. Er zijn tabellen opgenomen voor de situatie met afstand tussen de bron en de bedreigde gevel (Tabel B.3 uit NEN 6069), als ook voor de situatie met een hoek tussen de bron en de bedreigde gevel (Tabel B.4 uit NEN 6069). Deze tabellen hebben een vergelijkbare opzet als Tabel B.2. Er is hierbij de mogelijkheid gegeven om een keuze te maken door het aspect van horizontale brandoverslag in de WBDBO te realiseren in de gevel van de brandruimte, of in de gevel van de bedreigde ruimte. Er is ook een mogelijkheid om te maatregelen te verdelen over de beide gevelgedeelten.
Verder zijn in Bijlage B nog de volgende situaties behandeld:
- Brandbare buitenopslag.
- Brandoverslag vanuit een dak naar een opgaande gevel.
- Brandoverslag bij naast elkaar gelegen daken in hetzelfde vlak.
- Branddoorslag aansluiting gevel op vloer.
- Branddoorslag aansluiting gevel op wand.
Gert van den Berg werkt bij adviesbureau DGMR en is gespecialiseerd in brand- en rookwerende constructies.