Ingevolge artikel 2.1 is het verboden zonder vergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het in gebruik nemen of gebruiken van een bouwwerk in met het oog op de brandveiligheid bij algemene maatregel van bestuur
De Wabo biedt de aanvrager de mogelijkheid om omgevingsvergunningen voor delen van het totale project aan te vragen, in plaats van één omgevingsvergunning voor het gehele project. Het kan zo zijn dat een aanvrager bij het onderdeel van de bouwvergunning nog niet weet wat het daadwerkelijke gebruik zal zijn. Er is echter één grens aan het opknippen van een project. Het moet namelijk wel gaan om activiteiten die fysiek van elkaar te scheiden zijn. Dat is bijvoorbeeld niet het geval indien het bouwen van een bouwwerk, tevens het oprichten van een inrichting inhoudt. Voor zover beoordeeld kan worden zal dat echter voor de gebruiksvergunning dus geen probleem omleveren. Nadat de omgevingsvergunning voor het bouwen is verkregen zal een omgevingsvergunning voor het gebruik moeten worden aangevraagd.
Daarnaast maakt de Wabo het mogelijk om een gefaseerde omgevingsvergunning aan te vragen. Van een omgevingsvergunning is pas sprake indien in beide fasen gunstig op de aanvraag is beslist. In de Nota van wijziging wordt een nieuw systeem van flexibele fasering voorgesteld. Op basis van dit systeem wordt de aanvrager vrijgelaten in het bepalen van welke activiteit in welke fase wordt beoordeeld. Deze activiteiten worden dan niet meer uitsluitend getoetst op plaatsgebonden aspecten, maar worden volledig getoetst. De tweede fase heeft vervolgens betrekking op de andere activiteiten die onderdeel van het project vormen. Dit betekent concreet dat in de eerste fase onder meer een omgevingsvergunning zou kunnen worden aangevraagd voor het bouwen van het gebouw en dat in de tweede fase vervolgens de gebruiksvergunning aan de orde komt.
Termijnen
De Wabo kent de reguliere voorbereidingsprocedure als hoofdregel, tenzij wordt aangegeven dat de uitgebreide voorbereidingsprocedure moet worden toegepast (artikel 3.10 Wabo).
Bij de uitgebreide voorbereidingsprocedure is veelal sprake van complexe projecten met een verregaande beoordelingsvrijheid. Daarbij is het noodzakelijk de verschillende belangen af te wegen, zodat er bij de besluitvorming ook inbreng van derde-belanghebbenden moet kunnen plaatsvinden. Gelet hierop zal het plan gedurende zes weken ter inzage gelegd moeten worden. Gedurende deze periode wordt één ieder in de gelegenheid gesteld om zienswijzen in te dienen.
Als de omgevingsvergunning tevens een zogenaamde gebruiksvergunning betreft is de zojuist omschreven uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing.
Indien voor het brandveilig gebruik van een bouwwerk een voorafgaande toestemming van het bevoegd gezag in de vorm van een vergunning nodig is, kan die toestemming alleen in de vorm van een omgevingsvergunning worden verkregen. In de concepttekst van het Gebruiksbesluit valt hierover (nog) niets van terug kunnen vinden, maar het Besluit zal hierop zal moeten worden aangepast.
Een Gebruiksmelding zal dus in tweede instantie geen onderdeel vormen van de omgevingsvergunning. Dit is alleen het geval bij een samenloop.
[Auteur: Dhr. Huib van de Vrie – Interconcept, lid van Brandveilig.com]
Voor meer informatie en vragen over de WABO klik hier