In de afgelopen twee decennia is bij nieuwbouw en renovatie van utiliteits- en bedrijfsgebouwen steeds verder de grens van het absolute minimum opgezocht. Daardoor nam de omvang van brandschades toe en blijken verzekeraars steeds minder bereid deze risico’s te dragen. Volgens Hans Sevenstern wordt het daarom tijd dat we gaan ontwerpen en bouwen op basis van risico’s.
In de afgelopen twee decennia zijn we in Nederland bij nieuwbouw en renovatie van utiliteits- en bedrijfsgebouwen steeds verder de grens van het absolute minimum gaan opzoeken. Veelal werden nieuwe gebouwen door projectontwikkelaars neergezet en was er bij het ontwerp nog geen gebruiker bekend. Bij het ontwerpen werd bij voorkeur snel naar artikel 1.3 ‘Gelijkwaardigheidsbepaling’ van het Bouwbesluit gegrepen. Neem daarbij in ogenschouw dat met NEN 6079, grote brandcompartimenten, ‘buiten formaat’ bedrijfsgebouwen uit de grond zijn gestampt. En daarbij dat we met gebouwen met een gemixt gebruik van wonen/werken/logies steeds meer de hoogte opzoeken. Door de aangescherpte duurzaamheidseisen is er steeds meer kunststof isolatiemateriaal toegepast in dak en gevels, licht in gewicht, maar veelal uiterst brandbaar (1). Met de brandbeveiligingssystemen werd voor het minimum gekozen, omdat de eindgebruiker nog niet bekend was bij ontwerp. Tot slot leggen we in het kader van duurzaamheid het gehele dak vol met PV-panelen.
We zijn bij nieuwbouw en renovatie van utiliteits- en bedrijfsgebouwen steeds verder de grens van het absolute minimum gaan opzoeken
Afbrandscenario
De volgens deze principes ontworpen gebouwen krijgen ‘verzekeringstechnisch’ een afbrandscenario toegekend. Zodra na het ontstaan van een brand het dak of gevel mee gaan branden, ofwel de status verandert van ‘brand in een gebouw’ naar ‘gebouw in brand’, is het volledig verloren gaan van het gebouw de uitkomst. Ook doordat de inzet van de brandweer – hoe goed ze ook zijn – het verschil niet meer kan maken in deze situatie, door beperkingen in (blus)middelen, materieel en inzetmogelijkheden.
Doordat gebouwen niet altijd ontworpen en gebouwd zijn voor de uiteindelijke gebruiker, wordt niet zelden ook nog aanzienlijke brandschade bij de buren veroorzaakt. De brand blijkt zich in die gevallen dus niet aan de geldende bouwregelgeving te houden. Door de locatie van dit soort ‘buiten formaat’ gebouwen naast belangrijke snelwegen en/of aan de rand van de grote steden, is er bovendien steeds vaker sprake van maatschappelijke ontwrichting bij branden van deze omvang.
Hoe scherp op de snede (lees: minimalistisch) ontworpen en gebouwd wordt, bleek ook afgelopen winter weer. Daken zijn zo licht berekend dat er in slechts één weekje winter met sneeuwval sprake was van diverse dakinstortingen. Veelal zal de brandverzekering de schade vergoeden, maar wat doe je als bedrijf met je afnemers? Het gevolg is langdurige bedrijfsstilstand en daarmee het verloren gaan van het klantenbestand. Immers, de afnemer moet door en kan niet wachten tot de afgebrande locatie weer is opgebouwd en opgestart. In de afgelopen jaren zijn hier voldoende voorbeelden van, waarbij zelfs afnemers hun eigen productie moesten halveren of zelfs stilleggen door een tekort aan onderdelen (2).
‘Harde verzekeringsmarkt’
Er is nog een ander gevolg van het consequent opzoeken van de minimumgrenzen van het Bouwbesluit en zo goedkoop mogelijk willen bouwen. Door de toename van de omvang van de brandschades zijn verzekeraars steeds minder bereid deze risico’s te dragen. Grofweg kan in Nederland gezegd worden dat circa 85% van alle bedrijfsgebouwen ‘verzekeringstechnisch’ een afbrandstatus hebben. De bereidheid van verzekeraars om dit soort gebouwen te verzekeren neemt zienderogen af.
Door de toename van de omvang van de brandschades zijn verzekeraars steeds minder bereid deze risico’s te dragen
Wereldwijd is in de afgelopen jaren de schadelast aanzienlijk gestegen, wat uiteindelijk heeft geleid tot de huidige ‘harde verzekeringsmarkt’. Hierdoor stijgen de verzekeringspremies voor brandverzekeringen nog steeds – in het derde kwartaal 2020 met 20%, in het vierde kwartaal 2020 met 22%, en in het eerste kwartaal 2021 met 18%. (3)
Terecht kan daarbij ook de vraag gesteld worden hoe duurzaam deze gebouwen dan zijn gebouwd? In ieder geval zijn ze niet echt circulair gebouwd. Bij gebouwen met de hoogste BREEAM kwalificatie zijn na brand alleen de stalen delen nog terug te vinden, de rest van het gebouw brandt schoon op. Het is nog steeds een vreemd fenomeen dat in de BREEAM certificatie het hoofdstuk brandveiligheid/brandbestendigheid ontbreekt.
Ontwerpen en bouwen op basis van risico’s
Het wordt dan ook tijd dat we gaan ontwerpen en bouwen op basis van risico’s. Het wordt al jaren geroepen dat men dat doet, maar keer op keer moet geconstateerd worden dat het tegendeel waar is. Bouwen zal echt meer maatwerk moeten worden, toegespitst op de toekomstige gebruiker en het gebruiksdoel van het gebouw. In de calculatie voor de bouw zal de beheerfase van het gebouw een nadrukkelijkere rol moeten gaan spelen. Niet alleen in gebruik, maar zeker ook in onderhoud, duurzaamheid en circulariteit.
Een gebouw ontworpen op basis van risico’s heeft een afgewogen matrix van BIO-maatregelen, waarmee het automatisch ook voldoet aan het Bouwbesluit. Door deze afgewogen BIO-maatregelen wordt het gebouw robuuster, brandbestendiger en beter toegespitst op het gebruik.
Bouwkundig door op de procesrisico’s toegespitste compartimentering, waardoor geen onnodige investeringen noodzakelijk zijn in extra branddeuren, -kleppen en dergelijke. Door de toepassing van onbrandbare isolatiematerialen krijgt een brand zowel van binnen als van buiten minder tot geen vat op het gebouw en kan in het kader van duurzaamheid bekleed worden met PV-panelen op het dak en tegen de gevels.
Installatietechnisch door een goede lay-out van de elektrotechnische en werktuigbouwkundige installatie en met een risicogerichte compartimentering van deze technische installaties. Door toepassing van de juiste actieve brandbeveiligingssystemen wordt het ontstaan van brand sneller opgemerkt en beheerst. Hierdoor zal de (gevolg)schade meestal beperkt blijven tot de ruimte van ontstaan en de bedrijfsstilstand zelfs beperkt blijven tot de brandruimte, of tot maximaal 24 uur.
Organisatorisch wordt het langetermijnonderhoudsplan overzichtelijk en zijn periodieke keuringen in de beheerskosten beter te reguleren. Te denken valt daarbij bijvoorbeeld aan de inspecties van de automatische brandbeveiligingssystemen, NEN 3140 keuringen van de elektrische installaties, SCOPE 12 keuringen van de PV-installatie.
Waarborgen bedrijfscontinuïteit
Blijft over de vraag of de investeringen in kwaliteit en duurzaamheid zich uiteindelijk laten terugverdienen? Het belangrijkste pluspunt voor de gebruiker blijft dat de bedrijfscontinuïteit vele malen beter is geborgd. Nog steeds gaan veel bedrijven/instellingen na een brand failliet. Door de hogere kwaliteit van het gebouw en de installaties zijn de beheerkosten op de lange termijn beduidend lager. Door de betere beheersing van de risico’s is er een significante reductie van de kans op het totaal verloren gaan van het gebouw, waardoor de verzekerbaarheid van het gebouw/bedrijfscontinuïteit beter wordt geborgd. Doordat een aantrekkelijker risico wordt aangeboden aan de verzekeraars, zal zich dat vertalen in een groter aanbod van verzekeraars (meer capaciteit beschikbaar). Daardoor ligt het wel in de verwachting dat verzekeraars eerder premiedemping zullen toepassen in plaats van de maximale premiestijging doorvoeren.
Maar uiteindelijk moet niet verzekeren het doel zijn, maar het reduceren en mitigeren van de risico’s om de bedrijfscontinuïteit te waarborgen. Daarnaast is de gebruiker beter bestand tegen risico’s op schade, waardoor ook de noodzaak tot verzekeren minder wordt.
Hans Sevenstern GIFireE, Senior Consultant Marsh Advisory. Hij is tevens lid van de raad van advies van Stichting de ‘Economie van Brandveiligheid’, www.economievanbrandveiligheid.nl
Noten
- Uiterst brandbaar omdat terecht de nodige vraagtekens geplaatst mogen worden bij de toegepaste testmethodiek voor bouwmaterialen in Nederland.
- Business Insider: Brand bij een toeleverancier zorgt voor omzetdip bij ASML. De Tijd: Productie Peugeot 3008 stilgelegd na brand Recticel.
- Global Insurance Market Index Q1 2021.
Volg Brandveilig op LinkedIn
Ontvang het laatste nieuws omtrent brandveiligheid!
Mis niets. Meld je aan en ontvang wekelijks onze nieuwsbrief. Ruim 7.500 vakgenoten gingen je al voor.