In een nieuw te bouwen woontoren worden appartementen ontsloten via een inpandige hal. Bij brand moet via deze gemeenschappelijke hal een van de twee inpandige vluchttrappenhuizen bereikt worden. Daarbij voert de gemeenschappelijke vluchtroute op elke verdieping voorlangs een aantal appartementen. Dit is niet toegestaan volgens het Bouwbesluit.
Voor een nieuw te bouwen woontoren van twaalf verdiepingen is op 30 juni 2021 een omgevingsvergunningaanvraag voor het bouwen ingediend. De woontoren bevat appartementen, waarvan de hoogste vloer op 36,3 meter boven het meetniveau is gelegen. Op de begane grond bevinden zich de entree en de fietsenstallingen. Op de daarboven gelegen bouwlagen zijn per bouwlaag steeds 6 appartementen ontworpen rondom een kern van waaruit ze ontsloten worden.
Extra beschermde vluchtroute
Deze kern bestaat uit twee besloten trappenhuizen waardoor een extra beschermde vluchtroute voert en die toegankelijk zijn via twee onafhankelijke rooksluizen, waarin zich ook een droge blusleiding bevindt. Verder bevinden zich in de kern twee liften, waarvan één is uitgevoerd als brandweerlift. De gehele kern is uitgevoerd als een extra beschermde vluchtroute.
Woningdeur voorzien van vrijloopdranger
Voor twee van de vier appartementen in de gemeenschappelijke verkeersruimte waarop vier woningtoegangsdeuren uitkomen, moet bij brand voorlangs twee woningtoegangsdeuren worden gevlucht voordat de twee onafhankelijke vluchttrappenhuizen bereikt kunnen worden. Dit is niet toegestaan volgens de prestatie-eis uit artikel 2.104 lid 2 van het Bouwbesluit 2012. Aanvrager heeft daarom elke woningtoegangsdeur die grenst aan deze gemeenschappelijke verkeersruimte, voorzien van een vrijloopdranger. Deze worden elk gestuurd op een rookmelder in de woning en hebben een extra aansturing via een rookmelder in de gemeenschappelijke verkeersruimte. Daarbij verwijst aanvrager naar ATGB-advies 1413, waarin een gelijksoortige gelijkwaardige oplossing is beschreven.
Wijziging Bouwbesluit
Daags na de indiening van de vergunningaanvraag werd het Bouwbesluit 2012 gewijzigd en zijn vrijloopdrangers verplicht gesteld voor woningen die grenzen aan een besloten gemeenschappelijke verkeersruimte. Daarmee is het brandveiligheidsniveau in het Bouwbesluit 2012 vanaf 1 juli 2021 verhoogd en kunnen vrijloopdrangers gestuurd op een rookmelder in de woning dan ook niet meer zonder meer als een gelijkwaardige oplossing worden gezien.
Ook kleine kansen beschouwen
De brandweer is van mening dat met de gekozen oplossing een zekere redundantie die in de prestatie-eisen ligt opgesloten, niet aanwezig is in de voorgestelde gelijkwaardige oplossing. Daarbij geeft zij aan dat met name de mogelijkheid om twee kanten op te kunnen vluchten meer veiligheid biedt bij het falen van vereiste brandveiligheidsvoorzieningen, dan in de voorgestelde gelijkwaardige oplossing. De brandweer haalt ook ATGB-advies 2112 aan, waarin de ATGB stelt dat ook kleine kansen beschouwd moeten worden als het ongewenste effect daarvan groot is.
Advies
De Adviescommissie toepassing en gelijkwaardigheid bouwvoorschriften (ATGB) adviseert in deze casus als volgt over de toepassing van de bouwvoorschriften:
Wordt er met de toepassing van vrijloopdeurdrangers en aanvullende detectie in de corridor een ten minste gelijke mate van veiligheid gerealiseerd als beoogd met de eis in artikel 2.104, lid 2 (versie Bouwbesluit 2012 van 1 april 2021)?
Nee, maar de ATGB acht het aannemelijk dat een gelijkwaardige veiligheid in dit geval bereikt kan worden door de voorgestelde maatregelen (vrijloopdrangers aangestuurd op rookmelder in de woning en redundante rookmelder per deur in de gemeenschappelijke hal) aan te vullen met maatregelen die de kans op rookverspreiding naar de vluchtroutes verder beperken en/of die de kans op het kunnen verblijven in de woningen gedurende de brand vergroten.
De ATGB acht het aannemelijk dat een gelijkwaardige veiligheid bereikt kan worden door de voorgestelde maatregelen
Enkele kenmerken in de specifieke configuratie van dit gebouwontwerp zijn voor de ATGB van essentieel belang in deze beoordeling: beperkte loopafstand (4 meter), beperkt aantal te passeren deuren (2 stuks), beperkt aantal woningen dat is aangewezen op een mogelijk belemmerde vluchtroute als gevolg van falende voorzieningen (niet meer dan 3), aanwezigheid van buiten de gevel geplaatste balkons waarbij altijd op meer dan 4 meter vanaf de dichtstbijzijnde gevelopening van de naastgelegen woning kan worden geschuild.
ATGB-advies 2203: Vluchtroute voorlangs voordeuren in hoogbouw, 7 maart 2022, www.atgb.nl
Volg Brandveilig op LinkedIn
Ontvang het laatste nieuws omtrent brandveiligheid!
Mis niets. Meld je aan en ontvang wekelijks onze nieuwsbrief. Ruim 7.500 vakgenoten gingen je al voor.