Met de komst van de Omgevingswet en de daaronder vallende nieuwe bouwregelgeving het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) in het verschiet, is de bouwwereld zich aan het voorbereiden op de meest ingrijpende regelwijziging namelijk rookwerendheid.
Hoe zat het ook al weer? Rookwerendheid was tot dusver de met NEN 6068 bepaalde brandwerendheid in minuten op de criteria R (bezwijken) en E (vlamdichtheid) en dat maal anderhalf. Een plezierige aanpak voor de fabrikanten, omdat je bij een brandwerendheidstest met goed resultaat de rookwerendheid er gratis bij kreeg! Er is een nieuwe visie ontwikkeld op rookwerendheid die in het Bbl in regels gevat gaat worden. Maar deze zomer is vrij plotseling de nieuwe visie in het Bouwbesluit opgenomen. Er waren maar weinig mensen in de bouwwereld die dit zagen aankomen. Maar de nieuwe rookwerendheid is nu wet.
Nieuwe aanpak rookwerendheid
De nieuwe visie op rookwerendheid is niet meer gebaseerd op brandwerendheid, maar op de luchtdichtheid van constructieonderdelen en scheidende bouwdelen bij kamertemperatuur met een drukverschil van 25 Pa en bij 200 °C met een drukverschil van 50 Pa. In de gesprekken en literatuur over het onderwerp krijgen de koude en warme rook de meeste aandacht, maar de drukverschillen zijn net zo belangrijk. Bedenk dat een ventilatierooster dat volgens NEN 6068 met 20 Pa wordt getest, de brandwerendheid haalt en vervolgens een rookwerendheid bezit van 1,5 maal de brandwerendheid in minuten, bij een echte brand een twintigvoudig groot drukverschil kan ervaren. Het opschuimende materiaal van de lamellen wordt weggeblazen en de rookwerendheid haalt maar een fractie van de geëiste waarde. Het meenemen van koude rook bij het bepalen van de rookdoorlatendheid van een constructieonderdeel en het toepassen van drukverschillen is een duidelijke verbetering.
Hoe ziet de regelgeving eruit?
In het Bouwbesluit zijn drie nieuwe artikelen toegevoegd. Wat opvalt is dat de eisen in deze nieuwe artikelen worden gekoppeld aan het subbrandcompartiment, het beschermde subbrandcompartiment en aan de vluchtroute. Het brandcompartiment heeft geen rookeisen gekregen, want het brandcompartiment gaat over de beheersbaarheid van de brand en niet over veilig vluchten.
De belangrijkste rookeisen waren voorheen toegekend aan het subbrandcompartiment. Hier werden de wanden met 20 minuten brandwerendheid op bezwijken en vlamdichtheid gevonden. 20 minuten maal anderhalf is 30 minuten en dat is de tijdsduur die nodig is om te vluchten. Om de grootte van dit subbrandcompartiment te bepalen is de gecorrigeerde loopafstand de maatstaf en dat is niet veranderd.
Het is een belangrijke stap op weg naar een goed werkende rookcompartimentering in gebouwen
In de nieuwe artikelen 2.94a en -b worden Ra– en R200-eisen gesteld van subbrandcompartimenten en beschermde subbrandcompartimenten naar andere ruimten. In 2.94a lid 4 vinden we een eis van een subbrandcompartiment naar een besloten extra beschermde vluchtroute, waarmee de eis buiten het brandcompartiment gaat. Ook de eis in artikel 2.954a lid 1 is van een subbrandcompartiment naar een ander subbrandcompartiment zonder dat hierbij staat ‘in hetzelfde brandcompartiment’. Daar een brandcompartiment ook een subbrandcompartiment is, is er een weerstand tegen rookdoorgang tussen brandcompartimenten.
In het nieuwe artikel 2.107a worden Ra– en R200-eisen gesteld van beschermde en extra beschermde vluchtroutes naar daaropvolgende vluchtroutes en tussen tweezijdige vluchtroutes. Deze Ra– en R200-eisen zijn ‘trajecteisen’; ze worden van een ruimte naar een andere ruimte geëist en de bouwer moet alle mogelijke trajecten die de rook kan afleggen beoordelen en borgen met rookwerende scheidende bouwdelen. De Ra– en R200-eisen aan scheidende bouwdelen zijn de optelsom van de eisen aan de rookdoorlatendheid van de constructieonderdelen waaruit het scheidende bouwdeel is opgebouwd.
Testen en rekenen
De constructieonderdelen met hun rookdoorlatendheid zijn dus belangrijk. Om dit te bepalen, zijn fabrikanten en testinstituten aan zet. Er wordt getest met de lekdebiet machine uit NEN EN 1634-3: Beproeving van de weerstand tegen rookdoorgang van deuren en luiken.
Er kan aan constructieonderdelen ook door berekeningen bepaald worden wat de rookdoorlatendheid is. Deuren moeten getest worden, maar aan doorvoeringen kan ook gerekend worden. Hiervoor is de basisformule:
Qa = 0,83 x A x px
gegeven in NEN 6075:2020nl. Waarin Qa is het lekverlies in m3/s, A is de oppervlakte van de opening in m2, p is het drukverschil in Pascal (25 bij Sa en 50 Bij S200). De macht x is een stromingsconstante bij kleine openingen. Als de lucht of rook door een kleine (< 2 mm) opening gaat, ontstaan er wervelingen door turbulentie die remmend op de doorstroomsnelheid werken. Deze formule is verder uitgewerkt naar een wat overzichtelijkere set van formules (tabel):
In deze formules is een veiligheidsfactor van 1,5 verwerkt. De formules zijn benaderingen. Wat er werkelijk gebeurt in een constructie bij verschillende druk en temperatuur is complex, vandaar dat een veiligheidsmarge gewenst is. Deze veiligheidsmarge maakt het voor fabrikanten interessant om te testen met NEN EN 1634-3, omdat er dan een echt lekdebiet van een proefstuk wordt bepaald wat een commercieel interessantere prestatie kan opleveren dan de rekenregels.
Weerstand tegen rookdoorgang bepalen
Als dan van alle constructieonderdelen van het scheidend bouwdeel de rookdoorlatendheid bepaald is met als gevolg een klasse Sa of S200, dan kan de Ra of R200 van het bouwdeel bepaald worden.
NEN 6075:2020 nl stelt: Als de weerstand tegen rookdoorgang (WTRD) van een scheidend bouwdeel Ra is, dan zijn
- alle constructieonderdelen Sa of S200
- er in het bouwdeel maximaal 2 constructieonderdelen met Sa of S200 aanwezig plus één constructieonderdeel met Sa of S200 per vijf m2 scheidend bouwdeel.
En: Als de weerstand tegen rookdoorgang (WTRD) van een scheidend bouwdeel R200 is, dan zijn
- alle constructieonderdelen S200
- er in het bouwdeel maximaal 2 constructieonderdelen met S200 aanwezig plus één constructieonderdeel S200 per vijf m2 scheidend bouwdeel.
Zo wordt geborgd dat omdat ieder Sa of S200 constructieonderdeel wat rook door mag laten je er dus niet al teveel mag hebben in een constructie, want alle kleine beetjes kunnen samen fataal zijn.
Hoe verder?
Deze nieuwe regels zijn op heel veel manieren nog niet uitgetest en vertaald naar praktische oplossingen waar een bouwer mee aan de slag kan. Er is ook nog veel onbekendheid met dat de nieuwe rookwerendheidartikelen opgenomen zijn in het Bouwbesluit en dus de wet. Er zal de nodige tijd overheen gaan voordat dit algemeen toepasbaar is. Maar het is een belangrijke stap op weg naar een goed werkende rookcompartimentering in gebouwen. Vooral in gebouwen waar kwetsbare mensen wonen die in de praktijk bij brand moeilijk evacueerbaar zijn, is rookcompartimentering belangrijk.
Johan Bijvank is docent bij Brandpreventie Academy
Volg Brandveilig op LinkedIn
Ontvang het laatste nieuws omtrent brandveiligheid!
Mis niets. Meld je aan en ontvang wekelijks onze nieuwsbrief. Ruim 7.500 vakgenoten gingen je al voor.