In 2003 werd het verplicht voor nieuw te bouwen woonfuncties om deze te voorzien van rookmelders conform NEN 2555. Het heeft lang geduurd voordat de bestaande woonfuncties van voor 2003 de verplichting van rookmelders kregen, maar nu is het dan zover. Vanaf 1 juli 2022 worden rookmelders verplicht voor alle woonfuncties. Er zijn de laatste tijd al best wat artikelen geschreven over dit onderwerp, maar volgens Marc Rijs kan dit onderwerp niet genoeg aandacht kan krijgen.
Bijna iedereen is zich er wel van bewust dat rookmelders levens kunnen redden bij een brand. De meeste slachtoffers bij een brand zijn te betreuren bij woningbranden en vooral door het inademen van rook als we liggen te slapen. Dit komt doordat we tijdens onze slaap niets ruiken, proeven en ons gehoor een stuk minder is. Rookmelders kunnen het waarnemen van een brand van ons overnemen en ons door middel van een sirene waarschuwen. Een beginnende brand kan zich binnen enkele minuten ontwikkelen tot een uitslaande brand, en daarom kan tijd de levensredder zijn.
De overheid had de intentie om de verplichting van rookmelders in bestaande bouw op te nemen in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Aangezien de invoering ervan al een aantal keren is uitgesteld en het nog maar de vraag is of het per 1 januari 2023 echt gaat lukken, is het nu reeds opgenomen in het Bouwbesluit 2012. Er is namelijk een 6e lid toegevoegd aan artikel 6.21:
“Een bestaande woonfunctie heeft op iedere bouwlaag met een verblijfsruimte of met een besloten ruimte waardoor een vluchtroute voert tussen de uitgang van een verblijfsruimte en de uitgang van de woonfunctie een rookmelder die voldoet aan de NEN-EN 14604. Deze eis is niet van toepassing tot 1 juli 2022”.
Welke melders moeten we dan toepassen?

De rookmelders die we voor woonfuncties moeten gebruiken, voldoen allemaal aan NEN-EN 14604 en zijn voorzien van een CE-markering. Voor woonfuncties vanaf 2003 stelt NEN 2555 hier bovenop nog enkele andere aanvullende eisen. Zo dient een rookmelder aangesloten te zijn op de 230 Volt voorziening van de woning, van een back-up batterij voorzien te zijn, met elkaar gekoppeld te kunnen worden om ervoor te zorgen dat in het hele huis het geluidsniveau voldoende is, en dient de melder een optische rookmelder te zijn.
Deze extra eisen gelden dus niet voor rookmelders die per 1 juli verplicht worden in de bestaande bouw. Dit introduceert echter een nieuw probleem, namelijk het gebruik van ionisatie rookmelders. Deze voldoen aan NEN-EN 14604 en mogen dus gewoon worden toegepast. Met als gevolg dat wanneer de melders vervangen worden er een milieuprobleem kan ontstaan, als deze melders in de restafvalstroom terecht gaan komen. Ook het koppelen van de melders is niet verplicht, maar wel een aanrader. Zeker in grotere woningen, omdat je anders het alarmsignaal niet overal kunt horen.
Behalve rookmelders zijn er ook andere soorten melders op de markt. Deze kun je als aanvulling op de verplichte rookmelders natuurlijk altijd gebruiken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een koolmonoxidemelder die je bij je cv-installatie of ander verbrandingstoestel kunt ophangen. Mocht er door een defect aan zo’n toestel koolmonoxide vrijkomen, dan merk je daar helemaal niets van, maar koolmonoxide is erg gevaarlijk. Verder kun je ook hittemelders krijgen die je kunt toepassen waar rookmelders onnodige meldingen geven, zoals in de keuken of in de garage.
Projectierichtlijnen
Het projecteren van rookmelders voor de bestaande bouw, zoals in lid 6 van het Bouwbesluit staat, wijkt af van de projectie-eis beschreven in lid 1 van artikel 6.21. Lid 6 schrijft voor dat minimaal op iedere bouwlaag een rookmelder geplaatst moet worden, ook als je maar een éénkamerwoning hebt en je verblijfsruimte direct grenst aan de uitgang van de woning. Verder moet een besloten ruimte waardoor een vluchtroute voert tussen de uitgang van de verblijfsruimte en de uitgang van de woonfunctie voorzien zijn van een rookmelder. Stel dat je vanuit je slaapkamer via de trap naar de voordeur moet vluchten, dan moet er boven in de trappenhal een rookmelder geplaatst worden. De slaapkamer is de verblijfsruimte en de trappenhal is de besloten ruimte waardoor de vluchtroute voert.
Bij het plaatsen van rookmelders moeten we op een aantal zaken letten die de goede werking van de rookmelder kunnen beïnvloeden:
- Plaats een rookmelder bij voorkeur middenin de ruimte aan het plafond. Rook stijgt op en zal zich verzamelen tegen het plafond. Een melder tegen de muur zal minder snel reageren en wordt door de meeste leveranciers daarom afgeraden.
- Plaats de melder in een trappenhal helemaal bovenin. Doe dit op een veilige plek, zover mogelijk van de trap, zodat je bij het plaatsen, testen of vervangen van de melder niet van de trap kunt vallen.
- Blijf minimaal 50 cm van de muur. De hoek tussen de muur en het plafond is een dode hoek voor rook en zorgt ervoor dat de rook de melder niet of te laat zal bereiken.
- Plaats de melder zover mogelijk af van lichtarmaturen of andere objecten aan het plafond. Deze objecten zorgen er ook voor dat de rook de melder niet of nauwelijks zal bereiken.
- Houd zoveel mogelijk afstand van badkamers en keukens om te voorkomen dat de rookmelder onnodig afgaat.
Onderhoud aan de rookmelders
Zoals iedere installatie of apparaat hebben ook rookmelders onderhoud nodig om ervoor te zorgen dat ze werken als dat nodig is. Het is dus van belang om ze regelmatig te testen en op tijd de batterijen te vervangen.
Je kunt voor de bestaande bouw rookmelders krijgen op gewone batterijen of met lithium batterijen. Gebruik je rookmelders met gewone batterijen die 1 à 2 jaar meegaan, dan moet je vaak batterijen vervangen. De melder geeft met een pieptoon aan dat de batterijen leeg zijn en doet dat meestal in de nacht, als de temperatuur in de woning lager wordt. De melders met lithium batterijen gaan 10 jaar mee. Deze batterijen kun je meestal niet vervangen en dus dien je in dat geval de melder te vervangen.
Volgens NEN-EN 14604, waar alle rookmelders voor woonfuncties aan moeten voldoen, dienen rookmelders na 10 jaar vervangen te worden. Ze zijn dan dusdanig vervuild door stof dat de goede werking niet meer kan worden gegarandeerd.
Marc Rijs is docent bij Brandpreventie Academy