Op zaterdag 17 oktober 2020 om 9:55 uur komt er op de brandweerkazerne van Oosterhout (NB) een melding binnen: ‘Brand wegvervoer’. Meteen daarna gevolgd door de opmerking dat de betreffende auto in een parkeergarage onder een appartementencomplex staat. Wat verwacht je aan te treffen als je hiervoor ingezet wordt? Hoe bestrijd je zo’n brand? En wat betekent deze brand voor de bewoners van het gebouw? In dit artikel gaat Ivo Snijders in op deze en andere vragen die na het incident naar voren kwamen.
De afdronk van dit incident begint eigenlijk al op 26 oktober 2015. Die dag vindt er een ‘Zeer grote brand GRIP 1’ plaats in een parkeergarage in Bergen op Zoom. Het bovenliggende appartementencomplex blijkt zodanig beschadigd dat meerdere bewoners enkele maanden elders ondergebracht moeten worden en sommige delen van het gebouw opnieuw opgebouwd moeten worden. Als het land in de zomer van 2020 wordt opgeschrikt door de brand in de Singelgarage in Alkmaar en de beelden van de ingezette robot op iedere tv-zender te zien zijn, is er in onze regio al volop aandacht geweest voor de bestrijding en impact van een autobrand in een parkeergarage.
Elektrische voertuigen
Naar aanleiding van de brand in de Singelgarage brengt het NIPV versneld de klaarliggende publicatie ‘Brandveiligheid van parkeergarages met elektrisch aangedreven voertuigen’ uit. Dát is weer een relatief nieuw fenomeen: elektrische voertuigen. Het werd tijd voor aandacht voor deze ontwikkeling. En dus organiseerden we een kennissessie over de impact van branden met elektrische voertuigen in parkeergarages. In die kennissessie zouden Incidentbestrijding, Risicobeheersing, Vakbekwaamheid en onze regionale regiegroep Veilige Energietransitie (VEt) allemaal aan het woord komen om de aanwezig kennis, maar vooral ook het gebrek daaraan met de deelnemers uit onze regio te delen. Die sessie stond gepland op dinsdag 27 oktober 2020.
Beginnende brand
En toen werd het zaterdag 17 oktober 2020. Die ochtend neemt één van de bewoners van appartementencomplex Stadhouders Veste in Oosterhout de auto van zijn vrouw mee voor een boodschap. De auto had al even stilgestaan en was weer aan beweging toe. Bij terugkomst in de parkeergarage laadt de bewoner zijn boodschappen uit als hij een beginnende brand ontdekt bij zijn auto. Nadat een eerste bluspoging geen effect heeft, gaat hij naar zijn appartement en belt 112: “Mijn auto staat in brand!” Dingdong: “Brand wegvervoer”.
Het appartementencomplex
De brand woedt in de parkeergarage onder het appartementencomplex. Het gebouw bestaat uit 28 appartementen verdeeld over twee woontorens van vier bouwlagen. Op de begane grond zijn de torens met elkaar verbonden door een centrale bijeenkomstruimte en onder het complex ligt een parkeergarage met plaats voor 37 auto’s. De bewoners van de appartementen zijn eigenaar van hun appartement en er is dus een Vereniging van Eigenaren (VvE) die zich richt op de gezamenlijke voorzieningen in het gebouw. Het gebouw is bestemd voor zelfstandige bewoning. Er is dus geen zorgbehoefte aanwezig. En dat was natuurlijk ook zo toen het gebouw in 2003 werd opgeleverd. Maar een paar decennia verder zijn ook de bewoners met het gebouw mee verouderd en is niet iedereen meer even kwiek als vroeger.
Volledige ontruiming
De brandweer is 10 minuten na de melding ter plaatse. Inmiddels is er, aan de hand van de informatie die de bewoner kan geven, opgeschaald naar ‘Middelbrand’. De ontruiming is dan al in volle gang. De meeste bewoners, die gewaarschuwd zijn door hun buurman, kunnen zelfstandig hun woning verlaten en verzamelen op het grasveld aan de overkant van de straat. De eerste eenheden begeleiden de laatste bewoners met een vluchtmasker naar buiten. 17 minuten na het ontstaan van de brand is het gebouw volledig ontruimd.
Vanuit zijn werk als Risicobeheerser maakt Ivo Snijders op het moment van de brand deel uit van de regiegroep VEt en is medeorganisator van de kennissessie. Daarbij is hij kersverse Informatiemanager en heeft dienst die dag. En het toeval wil dat de dienstdoende Hoofd Officier van Dienst (HOvD), die ook optreedt als Leider commando plaats incident (CoPI), tevens voorzitter is van de regiegroep VEt en dus óók met meer dan bovengemiddelde aandacht naar het incident onderweg is. Ook Snijders springt in de auto en biedt zijn bijdrage (op dat moment als Risicobeheerser) aan bij de Officier van Dienst.
Modellen brandverloop
De verwachting is natuurlijk dat er een grote kans is dat er elektrische voertuigen bij betrokken zijn. Duidelijk is dat de brand niet begonnen is in een elektrisch voertuig, maar de omstandigheden in de parkeergarage zijn té intens om de ontwikkeling van de brand en dus ook de kans op uitbreiding naar elektrische voertuigen, in beeld te brengen. Pas veel later blijkt dat er helemaal geen elektrische voertuigen bij de brand betrokken zijn, en dat zelfs geen van de 24 aanwezige auto’s elektrische of hybride aangedreven is. Dat valt dan weer mee! Of niet…? Want waar wordt een parkeergarage eigenlijk op ontworpen? En hoe verhoudt zich dat tot deze daadwerkelijke brand waar nu op ingezet wordt?
De bouwregelgeving voor parkeergarages is gebaseerd op modellen die uitgaan van een standaard verloop van de brandontwikkeling bij auto’s. Dat komt er grofweg op neer dat de brand in één auto begint en stapsgewijs uit kan breiden naar de naastgelegen auto’s. Zodra er maximaal drie auto’s in brand staan, kan de brandweer ‘water op vuur’ krijgen en wordt de brand beheerst en vervolgens gedoofd. Met dergelijke uitgangspunten wordt de sterkte van de betonnen constructie van het appartementencomplex berekend. Die moet sterk genoeg zijn om de brand van drie auto’s te kunnen weerstaan, totdat de brandweer deze kan blussen, pakweg 30 minuten na het ontstaan ervan.
Maar die brand in de Stadhouders Veste… Weet die ook dat er niet meer dan drie auto’s mogen branden? En hoe intensief branden die auto’s eigenlijk?
Bij de brand in Oosterhout zijn uiteindelijk zes auto’s uitgebrand. Niet geheel gelijktijdig, maar wel meer dan waar in het ontwerp vanuit wordt gegaan. En die auto’s brachten heel wat meer brandvermogen met zich mee dan de auto’s waarmee in de modellen rekening wordt gehouden.
Risico’s vs winst
Dat theoretische geleuter, waar is dat eigenlijk goed voor!? Nou, dit theoretische verhaal over het feit dat er meer auto’s branden, met een hoger gezamenlijk brandvermogen dan waarmee de modellen rekeninghouden, betekent dat je je tijdens de inzet af moet vragen of het verstandig is ín de parkeergarage in te zetten. De constructie kan namelijk wel eens niet bestand zijn tegen deze brand en het daardoor vroegtijdig begeven.
Ben je bewust van de risico’s die je neemt bij het bestrijden van een brand in relatie tot de winst die je ermee kunt behalen.
Complex
En dan hebben we het nog niet eens gehad over de bijdrage aan brandvermogen die de aanwezige isolatieplaten (ja, inderdaad EPS-platen; een gevaar voor de repressieve inzet, maar een uitkomst voor het binnenhouden van de stookwarmte in het gebouw) met zich meebrachten. Een snelle berekening liet achteraf zien dat die minstens net zoveel energie aan de brand leverden als de auto’s deden.
Dit levert het leerpunt op dat een autobrand in een parkeergarage erg complex is, veel brandvermogen met zich meebrengt en dat dit door de aanwezige isolatie verdubbeld kan worden!
Kwadrantenmodel
Nadat duidelijk werd dat de brand té intensief was om met een snelle binnenaanval onder controle te krijgen, werd dus gekozen voor een pas op de plaats. Met behulp van een straatwaterkanon kon de brand enigszins beheerd blijven. En zodra de inzet van een grote ventilator leidde tot meer zicht op de brand, werd deze effectief bestreden. Maar de brandweer was toen al vier uur verder.
En zo blijkt dat het kwadrantenmodel heel goed van pas komt bij het schakelen tussen verschillende bestrijdingstactieken. In dit geval past ‘offensief buiten’ in dit stadium beter bij de situatie dan ‘offensief binnen’.
Veel impact
Al met al leidde de brand en de inzet daarop tot een brand die past binnen de kaders die de bouwregelgeving hiervoor biedt: er zijn immers geen slachtoffers gevallen en de brand is niet uitgebreid naar de buren. Sterker nog: de brand zelf is beperkt gebleven tot één brandcompartiment: de parkeergarage.
Maar vier uur lang brand in deze garage blijkt toch zijn sporen nagelaten te hebben. De riolering van de woningen is weggebrand, de trappenhuizen zijn met roet aangetast en bovenal: de constructie is zwaar beschadigd. Het duurde tien dagen voordat de parkeergarage vrijgegeven werd om alleen maar de (uitgebrande) auto’s uit de garage te verwijderen. Daarna begon het herstel. De bewoners werden tot februari 2021 op andere locaties ondergebracht. Ze konden vier maanden lang dus niet in hun huis wonen. En de parkeergarage zelf is pas in juni 2021, acht maanden na de brand, weer in gebruik genomen.
Dit heeft ons geleerd dat ook een brand die past binnen de kaders van de regelgeving, een hele grote impact kan hebben op de gedupeerden.
Geen aanpassingen
In de nasleep van de brand vonden er gesprekken plaats met de VvE. Wat zouden zij belangrijk vinden in het herstel van hun complex? Onze verwachting was dat zij na deze vervelende ervaring alles zouden doen om een dergelijke brand en de gevolgen daarvan niet meer mee te hoeven maken. De werkelijkheid was dat ze dat misschien wel willen voorkomen, maar dat ze daar niet de middelen voor hebben. Hoewel de verzekering erg meegaand is geweest, zijn er geen financiële middelen beschikbaar om een (dure) sprinklerinstallatie aan te laten leggen. Daarbij kost de watervoorziening hiervan een parkeerplaats en ook die kan niet zomaar opgeofferd worden. Het appartementencomplex is inmiddels weer hersteld en wordt volop bewoond. Een scenario zoals zich dat op 17 oktober 2020 heeft voorgedaan, kan vandaag de dag nog steeds plaatsvinden.
Daarmee is het leerpunt dat de impact van de gevolgen van een dergelijk incident lang niet altijd leidt tot het voorkomen ervan in de toekomst.
Sprinklerinstallatie
Het toeval wil dat, kort na deze brand, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een bespreking had met de brancheverenigingen, waaronder Brandweer Nederland, over het aanscherpen van de brandveiligheid in parkeergarages. De eerste bevindingen van de brand in Oosterhout, ondersteund met fotomateriaal, hebben eraan bijgedragen dat besloten is dat nieuwe parkeergarages waarboven geslapen wordt, voorzien moeten worden van een sprinklerinstallatie.
En zo leidt een ‘Brand wegvervoer’ tot deze unieke ingreep in de bouwregelgeving!
Ivo Snijders, adviseur Risicobeheersing Brandweer Midden- en West-Brabant