Het inschatten, aanpakken en verbeteren van brandveiligheid op basis van risico’s maakt de afgelopen jaren een opmars. Zowel toezichthouders, normontwikkelaars en adviesbureaus houden zich hiermee bezig. Er zijn over een risicobenadering wel kritische vragen te stellen, bijvoorbeeld als het gaat om de betrouwbaarheid, volledigheid en onderbouwing van de risico inschattingen.
Ondanks dat maakt de risicobenadering zoveel opgang dat je er niet omheen kunt. Het is dus van belang je hier een standpunt over vormt en vragen over stelt. Het zijn waarschijnlijk vragen waar je niet continu bij stil staat, maar die, als je dat niet doet, soms toch onwillekeurig ingevuld worden. Als je niet wilt dat het je overkomt dan zul je hier dus als gebouweigenaar en gebruiker actief mee om moeten gaan. Het zijn vragen die ons uiteindelijk allemaal aangaan; welk brandveiligheidsrisico wil je nemen? Met jezelf, je naasten, je medewerkers, bezoekers, bewoners en buren? En hoe borg je dat het risico dat je loopt niet groter wordt dan je wenst?
Onwillekeurig risico’s nemen
Hoe je onwillekeurig, zonder er echt over na te denken, toch risico’s kunt nemen die je eigenlijk helemaal niet wilt nemen viel me laatst op in een zwembad. Door de zwembad organisatie was nadrukkelijk nagedacht over vermindering van verdrinkingsgevaar van kinderen die niet kunnen zwemmen. Overal stond te lezen ‘drijfmiddelen verplicht als je geen zwemdiploma hebt!’ Toch hadden de badmeesters en -juffen er een fulltime taak aan om steeds maar weer ouders erop te wijzen dat ze hun kind, dat overduidelijk geen zwemdiploma had, toch echt drijfmiddelen moesten geven.
Je zou denken dat je kind het meest waardevolle ‘bezit’ is en dat je het risico op verdrinking wilt elimineren Zeker als het ook nog verplicht is maatregelen te nemen die je daarbij helpen. Toch werd dat risico wel genomen… Het toonde voor mij maar weer eens aan dat risicobenadering ook inhoudt kritisch te zijn op welke risico’s je zelf neemt en ermee mee stopt ze te nemen. Dus in het voorbeeld van het zwemmen; meteen drijfmiddelen omdoen!
Nieuwe NEN 6079: Probabilistische bepalingsmethode
Ook bij het ontwikkelen van normen die gebruikt worden bij het ontwerpen en bouwen van gebouwen maakt de risicobenadering steeds meer opgang. Zo wordt momenteel gewerkt aan een revisie op de NEN 6079. Dat is een norm die bedoeld is voor grote brandcompartimenten. Het beschrijft volgens de NEN-website een probabilistische bepalingsmethode waarmee kan worden bepaald of een groot brandcompartiment voldoet aan de functionele eis ter beperking van uitbreiding van brand voor nieuwbouw en bestaande bouw.
Minimale bouwbesluitniveau
Zeker bij deze norm is er zorg over het al te gemakkelijk en onbedoeld over allerlei risico’s heenstappen. Zo is bij de uitwerking alleen budget beschikbaar om direct gerelateerd aan het bouwbesluit zaken in te vullen. Op dit moment wordt bij de revisie op de 6079 alleen gekeken naar het minimale bouwbesluitniveau; het voorkomen van slachtoffers (gewonden en doden) en het voorkomen dat een brand zich uitbreidt naar een ander perceel. Onderwerpen als maatschappelijk schade, volksgezondheid, bedrijfscontinuïteit en cultuurhistorische waarden zijn nu nog niet meegenomen bij de revisie. Dus loop je als eigenaar, huurder, gebruiker en omgeving van zo’n pand het risico dat veel voor jou relevante onderdelen van het risico niet zijn meegenomen in de bepaling.
Kortom, zorg en controleer dat de voor jou relevante risico’s zijn meegenomen en neem passende maatregelen want; Bouwkundige Brandveiligheid loont!
– Ronde tafel BrandVeilig.com: “Welke risico’s zijn er en welk veiligheidsniveau wil je?”
– Utrechtse Dom neemt geen risico met sprinklers en sensoren
– Inspectietool voor zorginstellingen voorhanden, gebaseerd op risicomethodiek van TNO