Nu de Covid-19 maatregelen zijn versoepeld, evalueert Kristin Bigda van NFPA de veiligheidsmaatregelen bij grote menigten conform de NFPA 101 Life Safety Code.
Over de hele wereld worden de maatregelen rondom de pandemie versoepeld. Veel grote evenementlocaties, zoals stadions, honkbalvelden en arena’s worden weer voor de volle capaciteit benut. Dit neemt niet weg dat hen nog grote uitdagingen te wachten staan omtrent de veiligheid van grote menigten.
Ramp Lag Baomer
Een goed voorbeeld van deze uitdagingen zijn de gebeurtenissen die zich voltrokken op 30 april in Israël. Wat begon als een onschuldige religieuze viering veranderde snel in een heuse nachtmerrie. Ter gelegenheid van het Joods religieuze feest Lag Baomer kwamen tienduizenden mensen bijeen op een festival in het dorpje Meron, gelegen in noorden van Israël. Na een van de activiteiten probeerde een grote groep bezoekers via de uitgangen het festivalterrein te verlaten, maar de smalle loopbruggen, doorgangen en looproutes op het overvolle festival konden de drukte niet aan. Veel mensen kwamen in de verdrukking of struikelden terwijl de grote mensenmassa achter hen voortstuwde. Hierdoor werden veel festivalgangers vertrapt. 45 mensen kwamen daarbij om het leven en 150 mensen raakten gewond. (Zie het artikel ‘In My Tribe’ op www.nfpa.org voor meer informatie over de dynamiek van mensenmassa’s bij evenementen zoals Lag Baomer.)
Life Safety Code
De NFPA 101®, Life Safety Code® bevat veiligheidsvoorschriften die kunnen helpen bij het reguleren van grote menigten in noodsituaties. Het nalaten van dergelijke veiligheidsmaatregelen kan een negatief gevolg hebben op de efficiëntie van de vluchtrespons en de veilige doorstroom tijdens brand en andere noodsituaties.

In de regel mag de publieksdichtheid in ruimtes groter dan 930 vierkante meter niet meer zijn dan 1 persoon per 0,65 vierkante meter. Deze limiet is bedoeld om te grote groepen mensen tijdens evenementen te voorkomen. Dat kan namelijk een negatief effect hebben op de bewegingsvrijheid van aanwezigen en de algehele doorstroom bij de uitgangen.
Als locaties overvol zijn, kunnen bezoekers op een evenement alleen stapvoets van plek naar plek lopen. Verdere drukte kan leiden tot een zogeheten ‘jam point’, waarbij de doorstroom volledig stil komt te liggen.
Wanneer de bezettingsgraad van een evenement hoger is dan 6.000 bezoekers is een Life Safety Evaluation (LSE) verplicht. Deze LSE onderschrijft dat fysieke beveiliging en algemene maatregelen niet genoeg zijn om een veilige doorstroom van grote mensenmassa’s te kunnen garanderen. In deze LSE-evaluatie worden minimaal 10 voorwaarden beoordeeld op veiligheid. Deze zijn te vinden in hoofdstuk 12 en 13 van de code. Ieder evenement, waarbij een LSE verplicht is, moet beoordeeld zijn voorafgaand aan alle voorbereidingen, dus ook voordat het evenement opgebouwd wordt. Zo kan men, tijdens het ontwerpen van het evenement, rekening houden met de benodigde fysieke veiligheidsmaatregelen. Ook moeten de evenement faciliteiten worden geëvalueerd voordat het terrein of gebouw in gebruik genomen wordt. De LSE-bepalingen dragen bij aan een betere communicatie tussen de ontwerpers van het evenement en degenen die daarna praktisch invulling geven aan de voorzieningen tijdens het evenement. Bovendien bevatten de LSE-richtlijnen ook bouwvoorschriften, voorschriften voor evenement faciliteiten, veiligheidsplannen, bouwtekeningen en plattegronden, technische berekeningen en analyses, operationele plannen en veiligheidsprotocollen en handleidingen.
Hoofdingang/hoofduitgang
Ieder evenement, of het nu om een nieuw of gevestigd evenement gaat, moet een hoofdingang/hoofduitgang hebben. De meeste bezoekers op een evenement zullen namelijk via dezelfde route het terrein verlaten. Er zijn evenementen waarbij de hoofdingang/hoofduitgang twee derde van het totaal aantal vertrekkende personen moet kunnen opvangen. Bij andere evenementen volstaat de helft.
Als de locatie van het evenement geen duidelijk herkenbare hoofdingang/hoofduitgang heeft, mogen er ook meerdere uitgangen gebouwd worden rondom het evenemententerrein. Voorwaarde is wel dat de totale breedte van de uitgang(en) overeenkomt met de vereiste breedte om aanwezigen een veilige doorgang te bieden. Bij sommige gebouwen, zoals bij sportarena’s, zijn er geen duidelijk gedefinieerde hoofdingangen/hoofduitgangen. Het publiek gebruikt vaak een van de vele ingangen/uitgangen. Daardoor zal, tijdens een noodsituatie, niet iedereen zich naar dezelfde uitgang begeven. Bezoekers zoeken vaak eerst de uitgang, waar zij door naar binnen zijn gekomen. Kortweg omdat zij deze route sneller zullen herkennen dan de routes naar de andere uitgangen. Bij evenementen met meerdere uitgangen wordt de doorstroomcapaciteit evenredig verspreid over alle uitgangen. Daarbij is de doorstroomcapaciteit bij geen enkele van de uitgangen hoger dan 50 procent.
Het komt ook voor dat het vloeroppervlak van auditoria en arena’s wordt gebruikt voor activiteiten/evenementen. Bij deze locaties mag het percentage bezoekers dat toegang heeft tot een directe uitgang, zonder dat zij daarvoor aangrenzende vaste zitplaatsen hoeven te passeren, niet lager zijn dan 50 procent. Deze codebepaling is hoofdzakelijk bedoeld om te voorkomen dat het publiek met vaste zitplaatsen zich te veel samenvoegt met mensen met staanplaatsen die de zitgedeelten moeten passeren om bij de uitgang te komen. Door vaker gebruik te maken van directe uitgangen wordt voorkomen dat te veel mensen dezelfde uitgangen gebruiken. De uitgangen en doorstroomroutes moeten dermate onderhouden en georganiseerd zijn dat zowel beveiligingspersoneel als zorgpersoneel een individu te allen tijde kan bereiken, ongeacht waar dit individu zich bevindt.
Emergency Action Plans
Emergency Action Plans (EAPs) zijn ook cruciaal voor de veiligheid op evenementlocaties. Deze protocollen moeten minimaal 18 veiligheidspunten uit de NFPA 101 behandelen. Evenementlocaties dienen hun EAP op te sturen naar lokale veiligheidsinstantie(s) ter beoordeling en, indien nodig, aan te passen volgens de adviezen van deze veiligheidsinstantie(s).
NFPA 101 gaat verder dan alleen brandveiligheid
NFPA 101 Lifesafety Code krijgt steeds meer voet aan de Europese grond. Vaak hoor je dat NFPA 101 feitelijk niks meer is dan het Amerikaanse Bouwbesluit. Echter, niets is minder waar. De Lifesafety Code gaat niet alleen in op de veiligheidsaspecten van brand, maar zoals je in het artikel van Kristin Bigda kunt lezen stelt NFPA 101 ook specifieke eisen als het gaat om crowdmanagement. Het Bouwbesluit kent uiteraard ook veiligheidsregels voor situaties waarin grote groepen samenkomen, maar toch zijn er bijzondere verschillen en zeker ook gelijkenissen met NFPA 101:
- Het aantal personen per vierkante meter dat is toegestaan volgens NFPA 101 kent een lagere waarde dan het Bouwbesluit. Terwijl er wel degelijk een gelijkenis is in de relatie doorstroom capaciteit en dichtheid.
- NFPA 101 eist dat bij bepaalde evenementen de hoofdingang/hoofduitgang twee derde van het totaal aantal vertrekkende personen moet kunnen opvangen. Reden is dat men rekening houdt met het feit dat de meeste bezoekers een ruimte zullen verlaten via de ingang die is gebruikt om binnen te komen. De regels in het Bouwbesluit anticiperen niet op dit menselijk gedrag.
- NFPA 101 geeft aan dat slechts 50 procent van de bezoekers die toegang hebben tot een directe uitgang deze uitgang rechtstreeks moeten kunnen bereiken zonder dat zij daarvoor aangrenzende zitplaatsen hoeven te passeren. Bouwbesluit artikel 7.13 kent deze regel niet.
- Bouwbesluit artikel 6.23 stuurt onder andere aan op het vooraf bepalen van een ontruimingsplan. In de regel wordt dit vertaald naar een plattegrond waarop de nooduitgangen zijn aangegeven. De controlepunten waaraan een ontruimingsplan dient te voldoen zijn niet concreet vastgelegd. In de toelichting wordt wel verwezen naar NEN 8112, maar het is geen verplichting om deze toe te passen.
Tom de Nooij
Opgeleid deskundige
Ten slotte moet een evenementlocatie minimaal één opgeleid deskundige in dienst hebben op het gebied van crowd-management. Als de bezettingsgraad van een evenement hoger is dan 250 bezoekers per afgesloten ruimte, moeten er meerdere crowd-management deskundigen aangesteld zijn; een deskundige per 250 aanwezigen. Deze crowd-management experts moeten wel een gecertificeerde opleiding gehad hebben. Ook moeten zij bekend zijn met de specifieke verantwoordelijkheden die zij hebben bij het uitvoeren van het noodplan op de desbetreffende evenementlocatie. De procedure voor het aanstellen van opgeleid crowd-management personeel, moet opgenomen zijn in het schriftelijke noodplan.
Conclusie
Het reguleren van drukte tijdens noodsituaties is cruciaal voor de veiligheid van bezoekers. Actieve en passieve brandbeveiliging, een proactief veiligheidsplan, het herkennen en voorkomen van risicosituaties, speciale bouwconstructies die de veiligheid bevorderen, maar ook de implementatie van crowd-managementsystemen en noodprocedures zijn essentiële middelen voor een effectieve crowd-management strategie. Uiteindelijk staat de veiligheid van bezoekers op grootschalige evenementen boven alles. En met de juiste strategie kan hun veiligheid gegarandeerd worden, zelfs in een noodsituatie.
Kristin Bigda is Technical Lead voor de afdeling Engineering Technical Services bij NFPA. Dit artikel is eerder gepubliceerd door NFPA.
NFPA kennisreeks
Brandveilig.com publiceert een serie artikelen van de Amerikaanse National Fire Protection Association (NFPA), de internationale autoriteit op het gebied van fire codes & standards. Selectie en vertaling van de artikelen worden verzorgd door ing. Tom de Nooij CFPS, AIFireE, partner bij Riskonet (www.riskonet.com)
Eerder in deze reeks: