Als gevolg van fysieke beperkingen en/of mentale achteruitgang hebben zelfstandig wonende ouderen en andere mensen met een beperking een grotere kans om slachtoffer te worden bij brand. Gelet op de vergrijzing dreigt het aantal ouderen dat overlijdt aan de gevolgen van een woningbrand toe te nemen. Dit vraagt volgens Susan Eggink om een nadere kijk op de decennia-oude mantra om bij brand de lift niet te gebruiken.
In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is door Antea Group onderzoek gedaan naar het volgende:
Is het realiseerbaar om, in geval van brand in een woongebouw, op een veilige en verantwoorde wijze een lift te gebruiken bij de ontruiming van het gebouw? En zo ja, hoe kan dit worden gerealiseerd?
Het antwoord op deze vraag luidt:
Ja, er zijn bestaande situaties waarbij het realiseerbaar is om in geval van brand in een woongebouw op een veilige en verantwoorde wijze een lift te gebruiken bij de ontruiming van een gebouw. Er zijn echter ook bestaande situaties waarbij eerst aanpassingen in het gebouw noodzakelijk zijn.
Los van de bouwtechnische en installatietechnische component zal bijzondere aandacht moeten worden besteed aan de vaardigheid van de gebouweigenaar en de gebruiker om te kunnen besluiten of het gebruik van de lift de mensen een veilige route uit het gebouw geeft en mensen veilig op de bestemming aankomen.
Analyse
In het onderzoek zijn een aantal typen woongebouwen onderzocht. Daarbij is gekeken naar de verschillende scenario’s van de uitbreiding van rook in relatie tot de tijd waarin mensen bij een veilige wachtruimte voor een lift kunnen komen. Hieruit volgen een aantal interessante bevindingen:
- Tijdens de eerste cruciale minuten na het ontstaan van de brand is de brandweer nog niet aanwezig om te ondersteunen bij de evacuatie.
- Een automatische ontdekking van de brand en alarmering van alle bewoners vergroot de beschikbare tijd om de lift bij brand te kunnen gebruiken.
- Wanneer de lift in een brandwerend en rookwerend afgeschermde kern is gelegen, is de lift veilig bruikbaar, mits er geen woningen rechtstreeks uitkomen op de wachtruimte voor de lift.
- Brandwerende en zelfsluitende woningtoegangsdeuren beperken de uitbreiding van rook vanuit de woning. Dit geeft meer mogelijkheden voor het veilig gebruiken van de gemeenschappelijk verkeersroute die leidt naar de brandwerend afgescheiden wachtruimte voor de lift.
- De gebouwvormen met een corridor-ontsluiting (figuur 1) of een galerij-ontsluiting (figuur 2) waarbij aan weerszijden van elke bouwlaag een trappenhuis met een lift aanwezig is, lenen zich in basis het beste om de lift bij brand te gaan gebruiken.
Deelvragen
Naast de hoofdvraag, zijn de volgende deelvragen binnen het onderzoek beantwoord:
- Wat zijn de bouwkundige, installatietechnische en organisatorische randvoorwaarden voor het veilig kunnen gebruiken van een lift in het geval van brand?
- Wat zijn eventuele belemmeringen zoals publiekrechtelijke of privaatrechtelijke regelgeving voor het kunnen toepassen van een ‘ontruimingslift’?
- Wat zijn (voor zover beschikbaar) specifieke maatregelen die in dit kader betrekking hebben op zelfstandig wonende ouderen en personen met een beperking?
Antwoord op deelvraag 1
Voor het veilig gebruik van een standaard lift tijdens een brand dient er aan de volgende randvoorwaarden te worden voldaan:
Bouwkundig
- Bouwkundige brand- en rookscheidingen dienen op orde te zijn. De compartimentering is een belangrijke voorwaarde voor het kunnen gebruiken van een lift bij brand. Het met rook bedreigde gebied moet duidelijk gescheiden zijn van het gebied waar de lift staat en de wachtruimte voor de lift.
- Wanneer er geen voorportaal aanwezig is, dan is er directe rookverspreiding mogelijk vanuit de brandruimte naar de ruimte waar de lift zich bevindt. Daarmee komt een veilige wachtruimte voor de bewoners in direct gevaar.
- In de meeste bestaande situaties zijn de woningen (nog) niet voorzien van zelfsluitende toegangsdeuren. Voor nieuwbouw met besloten verkeersruimten is deze eis inmiddels standaard. Zelfsluitendheid van woningtoegangsdeuren komt de beperking van uitbreiding van brand en rook ten goede.
- Het gebruik van de lift is tevens afhankelijk van de plaats van de stroomvoorziening van de lift. Deze moet brandwerend afgescheiden zijn van de brandruimte of bijvoorbeeld onder de vloer zijn gelegen. De brandruimte zal in de meeste gevallen de woning zijn. Omdat de stroomvoorziening van de lift niet door de woningen voert, is een brandwerende scheiding tussen de woning en de stroomvoorziening in beginsel aanwezig. Toch is aandacht nodig voor de locatie van de stroomvoorziening, omdat deze in de verkeersruimte kan liggen en als gevolg van rook en warmtestraling uit een openstaande woningtoegangsdeur eventueel bedreigd kan worden.
- Bij brand blijft de stroomvoorziening die gelegen is in een apart brandcompartiment langer in stand.
Installatietechnisch
Ten aanzien van de lifttechniek is in principe veel mogelijk met de sturing van een lift. De interactie tussen verschillende installaties is hierbij van groot belang. Zo dient de brandmeldinstallatie (indien deze in het gebouw aanwezig is) te worden aangepast; bij brand moet de lift blijven functioneren en niet automatisch naar de begane grond worden gestuurd en daar in geopende stand blijven staan.
Daarnaast moet, vanuit de Europese regelgeving voor brandweerliften die tijdens een brand kunnen worden gebruikt, het besturingscircuit zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat de bediening van bepaalde stopplaatsen kan worden belet en prioritaire bediening van de lift door hulpdiensten mogelijk is.
Ook moet de fotocel van de liftdeuren worden overruled. Wanneer er nu mensen tussen de liftdeuren staan, gaan de deuren niet dicht. Rook kan dit ook veroorzaken. Dit moet in geval van brand en evacuatie kunnen worden overbrugd, zolang de temperatuur en de rookdichtheid in en nabij de lift zodanig beperkt is, dat mensen de reis met de lift kunnen overleven.
Organisatorisch
In eerste instantie zal door iedere gebouweigenaar moeten worden onderzocht of de lift geschikt is om te gebruiken tijdens een brand. Daarnaast speelt de mens een belangrijke rol binnen het veilig kunnen gebruiken van een lift tijdens brand. Het is denkbaar dat sommige bewoners tijdens een brand verminderd in staat zijn om zelf beslissingen te nemen. De aanwezigheid van een bedrijfshulpverleningsorganisatie heeft invloed op het gestructureerd laten verlopen van een evacuatie. De afwezigheid van een dergelijke organisatie in woongebouwen leidt echter niet direct tot het niet kunnen gebruiken van een lift tijdens brand. In dergelijke gevallen is vanzelfsprekend wel meer aandacht nodig voor uitleg, instructie en oefening.
Antwoord op deelvraag 2
- De veiligheidseisen voor liften zijn vastgelegd in de Europese geharmoniseerde richtlijn 2014/33/EU d.d. 26 februari 2014. Deze richtlijn omvat een uniforme set van eisen en procedures voor de beoordeling van liften en veiligheidscomponenten op conformiteit op de richtlijn. Marktdeelnemers moeten kunnen aantonen en bevoegde instanties moeten kunnen waarborgen dat in de handel gebrachte liften en veiligheidscomponenten voor liften aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen voldoen. De Europese richtlijn is in Nederland geïmplementeerd door middel van het Warenwetbesluit Liften 2016.
- Bouwbesluit 2012 schrijft in artikel 4.27 wanneer een opstelplaats voor een lift vereist is. Dit geldt voor woongebouwen waarin de vloer ter plaatse van de toegang van een woonfunctie hoger ligt dan 3 meter boven het meetniveau.
- Bouwbesluit 2012 schrijft enkel de aanwezigheid van een brandweerlift voor indien in een gebouw een vloer van een verblijfsgebied hoger is gelegen dan 20 meter boven het meetniveau.
- De toepassing van een ‘ontruimingslift’ is niet omschreven in Bouwbesluit 2012 en is daarom niet publiekrechtelijk geregeld. De toepassing van een ‘ontruimingslift’ is een vrijwillig besluit van de gebouweigenaar en daarom privaatrechtelijk van aard. Er geldt geen algemeen verbod op privaatrechtelijke afspraken tussen de betrokken partijen wanneer in onderling overleg meer wordt afgesproken dan het minimumniveau zoals vastgelegd in Bouwbesluit 2012.
- De huidige regelgeving vormt geen belemmering voor het gebruik van een standaard lift tijdens brand.
Antwoord op deelvraag 3
De ontdekkings- en alarmeringstijd is van grote invloed op het tijdig kunnen verlaten van het gebouw. Een onduidelijk signaal van een noodsituatie kan leiden tot een langere besluitvormingstijd, waardoor het daadwerkelijke vluchten later op gang komt. Ouderen hebben behoefte aan een duidelijk noodsignaal aangezien deze doelgroep doorgaans meer tijd nodig heeft om te reageren op de signalen. De aanwezigheid van een brandmeld- en ontruimingsinstallatie en/of een bedrijfshulpverleningsorganisatie kan de ontdekkings- en alarmeringstijd verkorten.
Wanneer in het gebouw geen automatische brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie of bedrijfshulpverleningsorganisatie aanwezig is, is het verstandig om vanuit de rol van gebouweigenaar en gebouwgebruiker te beoordelen of en zo ja, onder welke omstandigheden de bewoners zelf in staat kunnen worden gesteld om de lift bij brand te gebruiken.
Internationaal
Als we internationaal kijken naar het gebruik van de lift bij brand, dan zien we het volgende: het taboe dat in Nederland heerst op het gebruik van liften bij brand, zien we internationaal ook. Personenliften zijn onvoldoende functioneel en geëquipeerd om bij brand gebruikt te worden.
Het taboe dat in Nederland heerst op het gebruik van liften bij brand, zien we internationaal ook
Toch zijn er ook een paar lichtpuntjes: in 2020 is in Noorwegen onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om een gewone lift bij brand te gebruiken. In het ontwerp van liften dient aandacht besteed te worden aan het meervoudig compartimenteren van het gebouw, zodat het met rook bedreigde gebied en het wachtgebied voor de lift brandwerend en rookwerend van elkaar gescheiden zijn. Ook zal er moeten worden geïnvesteerd in informatieoverdracht naar de gebruikers en de bewoners. Zij moeten leren dat de lift van hun gebouw onder bepaalde omstandigheden veilig gebruikt kan worden. Het anders denken over het gebruik van liften bij brand zoals we in Nederland doen, vindt dus parallel aan ons in Noorwegen plaats.
Aan de andere kant van de wereld, in Australië, kent de Australian Building Code 2013 al concrete eisen en normering om een lift bij brand te kunnen gebruiken. Er bestaat zelfs een handboek uit 2012 om gewone liften bij brand te kunnen gebruiken. Belangrijke factoren hierin zijn:
- Bouwkundige compartimentering.
- Een opgestelde evacuatiestrategie met onderhoud en oefening.
- Bewustwording bij gebruikers en bewoners.
- Aanwezigheid van veiligheidssystemen voor de lift, liftschacht en de liftlobby.
- Analyse van mogelijk bedoelde en onbedoelde gevolgen van het gebruik van de lift bij evacuatie.
- Aanrijtijd van hulpdiensten.
Toekomst
De dreiging dat het aantal ouderen dat overlijdt aan de gevolgen van een woningbrand kan toenemen, wordt door velen in Nederland onderkend. De gesprekken over het verkennen van de mogelijkheden om een gewone lift te gebruiken tijdens een brand wordt op een aantal plaatsen gevoerd. Tegelijkertijd worden er ook gesprekken gevoerd over een alternatief principe: het stay-in-place concept.
Het grote verschil tussen beide principes is de perceptie van de mens. Hoe reageert die in geval van brand? Is er een sterke behoefte die alle mogelijkheden aangrijpt om het gebouw te ontvluchten? Desnoods via de lift? Of is er vertrouwen en berusting dat de eigen woning een veilige plaats is, zowel tijdens als na het incident?
We gaan een interessante toekomst tegemoet, waarbij hopelijk de samenkomst van techniek én mens centraal staat.
Literatuurlijst
- Australian Building Codes Board (2013). Lifts Used During Evacuation – https://www.abcb.gov.au/sites/default/files/resources/2020/Handbook-Lifts-Used-During-Evacuation-2013.pdf
- Onderzoeksrapport Liftgebruik bij brand in het buitenland – 03-12-2021, W. Tjaarda, E. Huisman, T. Vrieswijk en S. Bijlsma – NHL Stenden Hogeschool Leeuwarden
- Onderzoeksrapport Gebruik van liften bij brand, S. Eggink-Eilander en A. Jansen – Antea Group 0432798.100 – revisie november 2021
Ing. Susan Eggink-Eilander is senior adviseur SAVE, Businesslijn Milieu, Veiligheid & Gezondheid Antea Group
Volg Brandveilig op LinkedIn
Ontvang het laatste nieuws omtrent brandveiligheid!
Mis niets. Meld je aan en ontvang wekelijks onze nieuwsbrief. Ruim 7.500 vakgenoten gingen je al voor.