Hoe zorg je ervoor dat een ontruimings-alarminstallatie doet wat zij moet doen? Juist: door al tijdens de bouw goed op details te letten. En er vooral rekening mee te houden welke werkzaamheden nog níet zijn uitgevoerd.
Brandpreventie-adviseur Emiel van Rossum heeft het meegemaakt dat pas op het moment van certificering aan het licht kwam dat een ontruimingsalarminstallatie niet naar behoren functioneerde. Ofwel: het gewenste geluidsniveau werd niet behaald, terwijl een dergelijke installatie er toch voor bedoeld is dat mensen veilig kunnen vluchten.
Brandmeldinstallatie
Van Rossum vertelt in de zomereditie van het vakblad Brandveilig.com over een renovatieproject van een dertig jaar oude metrolijn. Dit moet er onder meer voor zorgen dat de brandveiligheid op het hedendaagse niveau gebracht wordt met onder meer een brandmeldinstallatie en een rook- en warmteafvoerinstallatie (RWA). Ook vernieuwing van veel installaties en het aanbrengen brandcompartimentering naar de huidige standaarden vormen onderdeel van het grootschalige project.
Als in een bouwwerk een brandmeldinstallatie vereist is, is hier altijd een ontruimingsalarminstallatie aan gekoppeld. Een ontruimingsalarminstallatie moet personen die in een gebouw zijn, alarmeren wanneer sprake is van een calamiteit, zoals brand. De alarminstallatie alarmeert intern met licht- of geluidsignalen, de zogenaamde slow whoop. Een ontruimingsinstallatie wordt ontworpen (geprojecteerd) conform de NEN 2575, waarin minimale en maximale geluidsniveaus staan beschreven.
Slow whoops
Het minimale geluidsniveau zorgt ervoor dat het alarm hoorbaar is en boven het omgevingsgeluid uitkomt, het maximale dat niemand gehoorschade oploopt. Dit minimale en maximale niveau zorgt voor een bandbreedte, waarin de slow whoops geplaatst moeten worden.
Na het aanleggen van de ontruimingsinstallatie wordt een tussentijdse geluidsmeting uitgevoerd om vast te stellen of het geluidsniveau voldoende is. Dit om te voorkomen dat pas tijdens de certificering duidelijk wordt dat het vereiste geluidsniveau niet wordt gehaald.
Bij de tussentijdse geluidsmeting bij het metroproject blijken alle geluidsniveaus voldoende. Ofwel: de installatie lijkt te voldoen aan alle regelgeving. Toch blijkt maanden later bij de certificering dat dit niet het geval is.
Geluidsniveau
Wat is er aan de hand? Tijdens de tussentijdse metingen waren veel van de doorvoeringen nog open en kwam het geluid gemakkelijk van de ene naar de andere ruimte. Hierdoor was het geluidsniveau in bijvoorbeeld een technische ruimte voldoende als de slow whoop in de naastgelegen gang gemonteerd was.
Tijdens de inspectie waren deze brandwerende doorvoeringen inmiddels dichtgezet. Het geluid vanuit de gang kwam daardoor niet zo makkelijk meer in de technische ruimte. Gevolg: het geluidsniveau werd niet meer gehaald.
De oplossing bleek het aanbrengen van extra slow whoops. Daarna was de certificering geen probleem meer, omdat aan alle regelgeving was voldaan.