In 2018/2019 treden binnen het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL) nieuwe regels in werking voor weerstand tegen rookdoorgang,
in de volksmond rookwerendheid. Er moet opnieuw getest worden en de ‘anderhalf-keer-regel’ wordt afgeschaft. Wat betekent dit in
de praktijk?
Door Efectis
Momenteel wordt de rookwerendheid van diverse constructieonderdelen bepaald volgens de regels en testnormen die zijn vastgelegd in de NEN 6075. Deze norm biedt twee bepalingsmethoden, de een is gebaseerd op brandwerendheid en de ander op rookdoorlatendheid. In de bepalingsmethode op brandwerendheid staat: ‘Bepaal de brandwerendheid van het constructieonderdeel volgens hoofdstuk 4 van NEN 6069, slechts uitgaande van het criterium van vlamdichtheid E. De rookwerendheid van het constructieonderdeel in een bepaalde richting wordt gelijkgesteld aan anderhalf maal de brandwerendheid van dit constructieonderdeel in dezelfde richting.’
Dit wordt gevolgd door een specificatie: ‘Een constructieonderdeel dat een rookwerendheid heeft op basis van de brandwerendheid van 20 minuten voldoet aan de eisen voor Sa. Een constructieonderdeel dat een rookwerendheid heeft op basis van de brandwerendheid van 30 minuten voldoet aan de eisen voor Sm (vervolgens S200 genoemd.)’, waarbij Sa staat voor koude rook en S200 voor warme rook.
Rookwerendheid
Uit het voorafgaande blijkt dat de rookwerendheid wordt uitgedrukt in tijd. En dat als een constructieonderdeel een brandwerendheid heeft van E20, de rookwerendheid daarvan gelijk wordt gesteld aan anderhalf keer die brandwerendheid: Sa is gelijk aan E20 en S200 is gelijk aan 1,5 x E20. Dit systeem van 20 minuten voldoen aan E voor de bepaling van S200, wordt ook wel de ‘anderhalf-keer-regel’ genoemd. Voor het bepalen van de rookwerendheid van constructieonderdelen, of om preciezer te zijn de luchtdoorlatendheid of lek in m3/u, zijn per onderdeel regels opgesteld. Hiermee kan een product daadwerkelijk getest worden. De rookwerendheid kan vervolgens worden vastgesteld aan de hand van de eisen voor Sa. Voor S200 gelden de eisen van Sa plus de eis van het voldoen aan het brandwerendheidscriterium vlamdicht voor 20 minuten = E20.
“Een belangrijke rol is weggelegd voor NEN-EN 1634-3:2004
Testgewijs
Een belangrijke rol is verder weggelegd voor de NEN-EN 1634-3:2004. De NEN 6075 bepaalt namelijk dat de hoofdstukken 4 t/m 11 en hoofdstuk 13 van NEN-EN 1634-3 op overeenkomstige wijze mogen worden toegepast voor de bepaling van de rookdoorlatendheid van andere constructie-onderdelen dan deuren en ramen. Zo kan dus op basis van de NEN-EN 1634-3 tests-gewijs de echte rookwerendheid Sa en S200 van wandcontactdozen, doorvoeringen, vloeren, wanden en naden worden bepaald.
Lek in m3/uur
Deze norm bepaalt tevens dat als een constructieonderdeel aan S200 moet voldoen, Sa ook moet worden getest. Praktisch gezien wordt de Sa in een testcyclus voor S200 al meegenomen, omdat een test altijd bij omgevingstemperatuur begint en het dan eenvoudig is, voorafgaand aan het verhitten tot 200º C van het proefstuk, op dat moment de rookwerendheid te bepalen. Deze wordt bij Sa eenvoudig bepaald door het meten van de luchtdoorlatendheid bij verschillende hoeveelheden in over- en onderdruk die tijdens de test op het proefstuk worden gezet. De norm drukt dit uit in een ‘Leakage rate’ in m3/h ofwel lek in m3/u.
Publicatie
‘De rookdoorlatendheid wordt op overeenkomstige wijze bepaald volgens 7.5.6 van NEN-EN 13501-2+A1.’ Deze zin uit de NEN 6075 wekt de indruk dat constructieonderdelen anders dan deuren en ramen ook volgens deze norm kunnen worden geclassificeerd. Dit is echter niet het geval. Om aanvullend op een testrapport toch een document te kunnen bieden waarin een uitspraak wordt gedaan over de resultaten van het volgens de NEN EN 1634-3 geteste product, dan wel op grond van expert judgement, heeft Efectis Nederland in samenwerking met SGK-IKOB de Verklaring van Rookwerendheid NEN 6075 in het leven geroepen. Deze richtlijn volgens welke de verklaring kan worden afgegeven, zal in de zomer van 2017 gepubliceerd worden.
Conclusie
De bepaling van de rookwerendheid van constructieonderdelen op grond van brandwerendheid wordt niet losgelaten, maar de ‘anderhalf-keer-regel’ wel. Daarbij kan de daadwerkelijke rook-/luchtdoorlatendheid worden bepaald aan de hand van EN-testnormen zoals de EN1634-3. Dit is echter geen verplichting voor ieder constructieonderdeel.
Rekenvoorbeeld
Volgens de bepalingsmethode heeft een scheidingsconstructie met een brandwerendheid van 30 minuten een weerstand van 45 minuten tegen rookdoorgang in dezelfde richting.
In de bepalingsmethode op rookdoorlatendheid staat: ‘De rookdoorlatendheid bestaat uit een criterium Sa of S200. Bepaal volgens 1.3.2 t/m 1.3.9 of aan het criterium wordt voldaan.’ En: ‘Een constructieonderdeel met rookdoorlatendheid S200 heeft ook rookdoorlatendheid Sa.’
Binnen het nieuwe Bouwbesluit wordt het eerdergenoemde duale systeem gewijzigd. De bepaling van rookdoorlatendheid op basis van de brandwerendheid middels de ‘anderhalve keer-regel’ is dan niet meer van toepassing.
Dit artikel maakt onderdeel uit van de rubriek ‘Uit het brandlab’, verzorgd door Efectis, uit Brandveilig.com Magazine 3/juni 2017
<<Lees ook: Is brandveiligheid ook rookveiligheid? (blog Ricardo Weewer)>>
<<Lees ook: Een fout in het Bouwbesluit/BBL, of…? (blog Emiel van Rossum)>>